Logo
  • Nieuws
  • 28 juli 2009
  • Koen Vermeulen

Leeftijd niet beslissend voor hoogte ontslagvergoeding

Sinds 1 januari 2009 speelt de arbeidsmarktpositie van de werknemer een rol bij de bepaling van de hoogte van de ontbindingsvergoeding. De kantonrechter Nijmegen heeft daarover onlangs uitspraak gedaan.

Beeld Leeftijd niet beslissend voor hoogte ontslagvergoeding

De kantonrechter vindt dat de werkgever niet zorgvuldig heeft gehandeld bij het besluit tot schorsing en beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens onvoldoende presteren. De correctiefactor wordt daarom op 1,5 gesteld. De werknemer wil een hogere vergoeding vanwege zijn slechte arbeidsmarktpositie. Hij was op zijn 55ste in dienst getreden en wordt nu op zijn 57ste ontslagen.

 

De kantonrechter ziet geen reden met de gestelde slechte arbeidsmarktpositie rekening te houden. Hij vindt dat er geen sprake is van een slechter geworden arbeidsmarktpositie in de korte tijd dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd. De nieuwe kantonrechtersformule bepaalt dat bij de vergoeding rekening wordt gehouden met een ‘afwijkende’ arbeidsmarktpositie. Een hoge leeftijd leidt niet automatisch tot een hogere correctiefactor. Niet bepalend is de leeftijd, maar de kansen voor de werknemer op het vinden van een nieuwe baan. Kennelijk schat de kantonrechter die kansen niet slechter in dan toen de werknemer 55 jaar was.

 

Tip

Werknemer en werkgevers die zich respectievelijk op een slechte (afwijkende) dan wel op een goede arbeidsmarktpositie beroepen, moeten dit aantonen met documenten. Dit kan aan de hand van vacatures of met informatie van het UWV (zoals de arbeidsmarktindicator). Het resultaat van een (eenvoudig) onderzoek op vacaturesites kan de hoogte van de correctiefactor namelijk beïnvloeden.

 

Kantonrechter Nijmegen, 30 juni 2009, LJN: BJ1932

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.