Een werkgever vraagt bij UWV WERKbedrijf toestemming om de arbeidsverhouding met een werknemer op te zeggen. Op het moment dat dit verzoek is ingediend, dient de werknemer een verzoek tot ontbinding in bij de kantonrechter wegens een gewichtige reden. Hij vraagt om een ontslagvergoeding omdat hij wegens zijn slechte positie op de arbeidsmarkt financieel nadeel van zijn ontslag ondervindt. UWV WERKbedrijf verleent toestemming aan de werkgever. Deze zegt de arbeidsovereenkomst op per 1 februari 2010.

 

Arbeidsverhouding

De arbeidsovereenkomst heeft nog maar een beperkte looptijd. Desalniettemin kan deze voor het einde van die looptijd eindigen, maar alleen als sprake is van veranderingen in omstandigheden die in het kader van de billijkheid meebrengen dat de arbeidsovereenkomst nog eerder moet eindigen dan de datum waartegen door de werkgever is opgezegd.

 

Deze veranderde omstandigheden moeten betrekking hebben op de (invulling van de) arbeidsverhouding. Het niet verstekken van een vergoeding op het moment dat de arbeidsverhouding eindigt, voldoet niet aan die voorwaarde. De kantonrechter wijst het verzoek van de werknemer dan ook af.

 

Kantonrechter Zwolle, 4 januari 2010, LJN: BK9210

 

Tip: Houd er rekening mee dat indien een werkgever de arbeidsverhouding heeft opgezegd, de arbeidsovereenkomst tot de datum van opzegging ontbonden kan worden ex artikel 7:685 BW. Daar moeten wel gronden voor aanwezig zijn. Of de werknemer al dan niet aanspraak kan maken op een vergoeding na beëindiging van de arbeidsovereenkomst door opzegging wordt bepaald door artikel 7:681 BW en vormt dus geen reden voor toewijzing van het ontbindingsverzoek.