Logo
  • Nieuws
  • 6 maart 2012
  • Mariel Hovemann

‘De strategische positie past niet bij HRM’

Er gaapt een gat tussen dat wat HRM zegt te (willen) doen en dat wat zij werkelijk doet. Dat is althans de conclusie van promovendus Dirk Jan Verheijen in zijn proefschrift De roep om de menselijke maat waarin hij met een concept komt om de kloof te dichten. Een van zijn punten is dat HRM geen strategische positie in moet nemen.

Beeld ‘De strategische positie past niet bij HRM’

 Zijn theoretisch onderzoek maakt duidelijk dat de kloof wordt veroorzaakt doordat HRM er niet in slaagt om het spanningsveld tussen sociale beheersing en emancipatie in balans te brengen. Het vakgebied is uitgehold tot een ­instrument waarbij de veelzijdige mens wordt verschraald tot het bestaan van de homo economicus. In de huidige ­situatie mist het vakgebied de aan­sluiting met de hedendaagse, meer­stemmige mens en de greep op actuele vraagstukken zoals onder meer de ­flexibilisering van de arbeidsmarkt.

 

Acht punten van bezinning voor HRM

  1. De professionaliteit van HRM moet zich richten op het vinden van  balans tussen economische en  sociale doelstellingen.
  2. De strategische gebondenheid van HRM is een autoriteitsgebonden  positie en past niet bij HRM. De strategische positie leidt slechts tot conformering aan de dominante  managementnormen en tot een comfortzone. Wanneer HRM deze autoriteit opgeeft, ontstaat een  sociale ruimte voor de dialoog.
  3. Het verstoorde evenwicht tussen de h(uman) en de r(esources) en het agogisch spanningsveld laten zich herstellen door dialogische relaties tussen de ik-als-rationele-mens, de ik-als-zingevende-mens, de ik-als-spelende-mens, de ik-als-ambachtelijke-mens en de ik-als-willende-mens.
  4. HRM moet zich bewust zijn van de regels van een goede dialoog en moet deze in de praktijk hanteren.
  5. HRM moet ruimte en een goede sfeer faciliteren.
  6. In de theorie van HRM is de lijnmanager naast zijn operationele  taken ook verantwoordelijk voor de uitvoering van HR-activiteiten op zijn afdeling. Deze tendens werkt contraproductief en dient ter discussie te worden gesteld.
  7. Gegeven de dringende problematiek op het gebied van de arbeidsmarkt, het belang van blijvende inzetbaarheid, flexibele arbeidsvoorwaarden, en kennisontwikkeling, lijkt HRM een passieve toeschouwer.
  8. De drang van het vakgebied om zich ten opzichte van het management te bewijzen naar baan- en verdienvermogen heeft geleid tot een  inkapseling van HRM in de systeemkant van de organisatie. Haar oorspronkelijke agogische doelen heeft ze hiermee verloochend.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.