De werknemer is in dienst bij de werkgever voor 36 uur per week. Vanaf 1 september 2012 geniet de werknemer ouderschapsverlof voor 18 uur per week met een aangepast salaris. De werkgever is niet tevreden over het functioneren van de werknemer en verzoekt de kantonrechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst.  De werknemer betwist het disfunctioneren. In zijn ogen hangt het ontbindingsverzoek samen met het ouderschapsverlof.

Ontbinding toegewezen met B factor

De kantonrechter oordeelt dat de ontbinding geen verband houdt met de opname van het ouderschapsverlof. Wel acht hij een verstoorde arbeidsrelatie aanwezig. Hij ontbindt de arbeidsovereenkomst met toekenning van een vergoeding aan de werknemer. De B factor (beloning) bepaalt de kantonrechter over het salaris vóór ingang van het ouderschapsverlof.

Daarbij grijpt de kantonrechter terug op de (herziene) raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof van 18 juni 2009 (bijlage bij Richtlijn 2010/18/EU van 8 maart 2010) die rechtstreeks tussen partijen werkt en de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU d.d. 22 oktober 2009 (LJN: BK2716). Genoemde raamovereenkomst beoogt werknemers  te beschermen tegen ontslag wegens het opnemen of aanvragen van ouderschapsverlof.

Kantonrechter Amersfoort, 17 april 2013, LJN: CA0026

Tip

Een werkgever dient er rekening mee te houden dat bij ontbindingsverzoeken van  arbeidsovereenkomsten van medewerkers die ouderschapsverlof opnemen, voor wat betreft de hoogte van de vergoeding aangehaakt moet worden bij het bruto maandloon dat de werknemer verdiende voor de ingangsdatum van het verlof!