De ondernemer tekent met een derde een intentieverklaring tot het aangaan van een samenwerking of fusie. De ondernemingsraad is van mening dat dit besluit adviesplichtig is op grond van artikel 25 WOR. De ondernemer stelt met name dat er geen sprake is van een besluit tot het aangaan van een samenwerking of fusie.

 

De intentie heeft enkel ten doel om een mogelijke samenwerking of fusie voor te bereiden. Er is voorzien in omstandigheden die kunnen leiden tot het afblazen van de fusie, zodat er geen sprake is van een onomkeerbaar besluit. De ondernemingsraad stapt naar de Ondernemingskamer.

 

Adviesplichtig 

De Ondernemingskamer oordeelt dat de intentieverklaring wel degelijk adviesplichtig is. De intentieverklaring brengt ten minste een duurzame samenwerking voor een bepaalde periode met zich mee. Weliswaar bestaat de mogelijkheid om de overeenkomst eenzijdig op te zeggen, maar dat neemt niet weg dat de overeenkomst de samenwerking beoogt te verwezenlijken.

 

Zolang de overeenkomst niet is opgezegd, zijn de bepalingen en het boetebeding bindend. Daarnaast is van belang dat uit de inhoud van de overeenkomst blijkt dat gestreefd wordt naar een samenwerkingsverband als aanzet tot een beoogde fusie, zodat zij niet geheel vrijblijvend meer tegenover elkaar staan.

       

Tip

Een ondernemingsraad dient goed op te letten als wordt gesproken over een pilot, een experiment of een intentie. Dergelijke projecten kunnen ingrijpender zijn dan de ondernemer doet voorkomen, waardoor hij wel degelijk een adviesrecht heeft. Als de ondernemingsraad dat recht niet krijgt, dan moet hij binnen een maand na het genomen besluit de stap naar de Ondernemingskamer maken. Dit is een fatale termijn.