Bedrog reden voor herroeping van ontbindingsbeschikking
Behoudens uitzonderlijke omstandigheden is het niet mogelijk om bij een ontbindingsbeschikking in hoger beroep te gaan. Wat kan een werkgever doen als hij achteraf van mening is dat de werknemer tijdens de mondelinge behandeling van de zaak niet de waarheid heeft gesproken?
Met het oog op een nieuwe koers en structuur vindt een werkgever dat een 50-jarige werknemer niet goed meer past. Deze wordt vervolgens arbeidsongeschikt en meldt de bedrijfsarts dat de arbeidsverhouding is verstoord. Op advies van de bedrijfsarts is een mediationtraject gestart. De werkgever wacht de uitkomst van het mediationtraject echter niet af en verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens disfunctioneren.
Herroeping ontbindingsbeschikking
De rechter vindt dat het disfunctioneren onvoldoende is onderbouwd maar ontbindt de arbeidsovereenkomst wel onder toekenning van een vergoeding van € 260.000,- bruto (factor C=2). Daarop verzoekt de werkgever om herroeping van de ontbindingsbeschikking voor zover het de toegekende vergoeding betreft, wegens bedrog door de werknemer. De werknemer heeft toen namelijk verzwegen dat hij met zijn broer bezig was met het oprichten van een concurrerend bedrijf. Omdat de kantonrechter bij het toekennen van een vergoeding rekening houdt met de vooruitzichten op ander werk, past hij correctiefactor C=1 toe. Dit komt dus neer op een halvering van de eerder toegekende vergoeding.
Kantonrechter Haarlem, 23 december 2009, LJN: BK7908
Wanneer er sprake is van bedrog, valsheid in geschrifte of het achterhouden van beslissende informatie of stukken, is het wel mogelijk, de kantonrechter te verzoeken een ontbindingsbeschikking opnieuw te beoordelen.
