Logo
  • Nieuws
  • 24 april 2012
  • mr. Ginny Kessels, TeekensKarstens advocaten notarissen

Werkgeversaansprakelijkheid geldt ook voor een zzp’er

Als een opdrachtnemer tijdens zijn werkzaamheden een ernstig ongeval krijgt, stelt hij de opdrachtgever verantwoordelijk voor de door hem geleden en nog te lijden schade op grond van de arbeidsrechtelijke bepaling van art. 7:658 lid 4 BW.

Beeld Werkgeversaansprakelijkheid geldt ook voor een zzp’er

De opdrachtgever is een bedrijf dat zich bezig met de exploitatie van een vezelverwerkingsbedrijf. De opdrachtnemer verrichtte in opdracht van de opdrachtgever als zzp’er werkzaamheden in een van de dochterondernemingen van de opdrachtgever, aan een vezelverwerkingsmachine. In de uitoefening van deze werkzaamheden heeft er een ernstig ongeval plaatsgevonden met als gevolg dat bij de opdrachtnemer zijn rechterbeen boven de knie moest worden geamputeerd. De opdrachtnemer had geen arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten.

 

Overeenkomst van opdracht

De opdrachtnemer stelt de opdrachtgever aansprakelijk voor de door hem geleden en nog te lijden schade op grond van de arbeidsrechtelijke bepaling van art. 7:658 lid 4 BW. De vraag is of dit kan, omdat tussen opdrachtnemer en opdrachtnemer geen arbeidsovereenkomst is gesloten maar een overeenkomst van opdracht.  

De bepaling van artikel 7:658 lid 4 BW luidt: “Hij, die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, is aansprakelijk voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt.

 

Werkzaamheden behoren niet tot normale bedrijfsuitoefening

De rechtbank oordeelde dat de opdrachtnemer zijn werkzaamheden voor rekening en risico van de opdrachtgever verrichte in de dochteronderneming. Deze werkzaamheden zijn volgens de rechtbank niet aan te merken als ‘werkzaamheden die zijn verricht in de uitoefening van het bedrijf van opdrachtgever’ als bedoeld in artikel 7:658 lid 4 BW. De rechtbank kwam tot deze conclusie omdat het uitvoeren van werkzaamheden aan een vezelverwerkingsmachine niet tot de normale bedrijfsuitoefening van de opdrachtgever behoort. Het Gerechtshof heeft het vonnis van de rechtbank vervolgens bekrachtigd.

 

Werkzaamheden in uitoefening van beroep of bedrijf

De Hoge Raad is van mening dat de werkzaamheden aan de vezelverwerkingsmachine inderdaad niet behoren tot de normale bedrijfsuitoefening van opdrachtgever. Dit sluit echter niet uit dat sprake is geweest van werkzaamheden “in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf”, zoals bedoeld in art. 7:658 lid 4 BW. Van zodanige werkzaamheden is volgens de Hoge Raad ook sprake indien de werkzaamheden, gezien de wijze waarop de opdrachtgever invulling wenst te geven aan haar bedrijf, feitelijk tot haar bedrijfsuitvoering behoren. Dit bleek onder meer uit het feit dat de technische kennis tevens aanwezig was bij een medewerker van de opdrachtgever. Deze medewerker was regelmatig betrokken bij de werkzaamheden waarvoor de opdrachtnemer was ingeschakeld en deze medewerker verrichtte zelf ook dergelijke werkzaamheden in concernverband.

De Hoge Raad heeft  het arrest van het Gerechtshof vernietigd.

 

Hoge Raad, 23 maart 2012, LJN: BV0616

 

Tip

Onder omstandigheden is mogelijk dat een zelfstandige zijn opdrachtgever aansprakelijk stelt, door deze aan te spreken op diens zorgplicht voor veiligheid. Een opdrachtgever doet er goed aan om dezelfde zorgplicht in acht te nemen als voor zijn werknemers.

Producttips

Ook interessant

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.