Pensioenen: afstempelen hoeft niet per se
Werkgevers en werknemers moeten hun verwachtingen op pensioengebied bijstellen. Door de stijgende levensverwachting van werknemers, de financiële crisis en de lage rente zijn aanpassingen in pensioenregelingen onvermijdelijk. Minister Donner van Sociale Zaken liet onlangs weten dat 14 pensioenfondsen waarschijnlijk de uitkering aan gepensioneerden moeten verlagen. Wat zijn de alternatieven?
“De fundamenten van het Nederlandse pensioenstelsel zijn nog altijd goed. Maar als we niets doen, zal dit veranderen," meldt Rajish Sagoeni, Actuaris AG en Executive Director bij Aon Consulting Actuarial Services. “Zonder maatregelen gaan de pensioen premies verder omhoog of moet doorgewerkt worden tot zelfs na het 67ste levensjaar.”
Er is volgens Sagoeni een andere manier om het probleem op te lossen. Pensioenfondsen kunnen bijvoorbeeld het verlagen van het opgebouwde pensioen in fases invoeren; zo kunnen gepensioneerden zich op de maatregel instellen. Bijkomend voordeel van een gefaseerde verlaging is dat wanneer de beurzen weer zouden aantrekken of de rente zou stijgen, hiervan kan worden geprofiteerd.
Maatregelen op lange termijn
Voor de langere termijn is een aanpassing van het systeem nodig waarmee pensioenverplichtingen worden gewaardeerd, hierdoor wordt de hoogte van de vermogensoverschotten of -tekorten vastgesteld. De rekenrente is nu een vaste norm (rente termijnstructuur) die door De Nederlandsche Bank wordt vastgesteld en voor honderd procent in regelgeving is vastgelegd. Ook een vaste rekenrente (bijvoorbeeld drie procent) is geen optie.
Sagoeni: "Het is beter om de manier waarop de rente termijnstructuur wordt berekend niet exact vast te leggen. Door over te stappen naar een flexibele benadering, krijgen pensioenfondsen meer maatwerk en meer mogelijkheden om rekening te houden met bijzondere marktomstandigheden. Het pensioenstelsel zal daarmee toekomstbestendiger worden gemaakt."
