Een maatregel, die met name aandacht verdient, is een kennelijk rigoureuze inperking van de vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR). Zoals bekend vindt op dit moment een evaluatie WKR plaats. Dit kan er toe leiden dat op basis van deze evaluatie al een inperking van de gerichte vrijstellingen plaatsvindt. Maar ook dat er minder nihilwaarderingen komen. Dit betekent in ieder geval dat u uw inventarisatie van mogelijke werkkosten nog gedetailleerd moet voorbereiden.

 

De plannen, zoals die nu bekend zijn:

• De gerichte vrijstelling voor reiskosten (inclusief OV en € 0,19/km) zou volledig worden afgeschaft, zowel voor dienstreizen als voor het woon-werkverkeer. Werkgevers kunnen deze vergoedingen dan vanuit hun WKR-budget betalen.

Een alternatief is alle reiskostenvergoedingen niet als werkkosten aan te wijzen, maar bij de individuele werknemer te belasten. Dit betekent wel dat de loonheffing voor rekening van de werknemer komt. Echter de werkgeverslasten en de loonafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet komen dan als extra last toch bij de werkgever. Werknemers die in dienst zijn van werkgevers die de WKR nog niet toepassen, lopen ook aan tegen een belastbaarheid van alle reiskostenvergoedingen. Maar ook de werkgever zal dan met extra lasten geconfronteerd kunnen worden. Kortom: het is zaak om hier met het totale personeelsbudget nu al rekening mee te houden.

 

• De vrijstelling van de loonbijtelling van de auto van de zaak bij minder dan 500 kilometer privé zou komen te vervallen. Voor bestaande contracten wordt deze vrijstelling in vier jaar afgebouwd. Een en ander betekent in concreto dat een werknemer met enig privégebruik de volledige forfaitaire bijtelling voor zijn rekening krijgt. Niet duidelijk is wat er gebeurt met de bijdrage terzake van privégebruik. Vaak is deze bijdrage een heretikettering van een overschrijding van de leasenorm.
• Geen fiscale facilitering meer (omkeerregel) voor pensioenopbouw boven driemaal modaal (ongeveer € 100.000). Pensioenpremies, die ten laste komen van de werknemer, zijn voor dat deel niet meer aftrekbaar. De werkgeversbijdrage behoort dan tot het loon. Dit leidt er overigens wel toe dat de huidige vrije ruimte in de WKR van 1,4% hoger wordt.
• Verhoging van de strafheffing op excessieve vertrekvergoedingen. Deze bedraagt nu 30% bij vergoedingen onder € 531.000. Dit zou een heffing worden van 75% heffing bij vergoedingen boven € 266.000. Deze strafheffing komt ten laste van de werkgever, naast de reguliere heffing die in deze situaties 52% bedraagt en ten laste van de werknemer komt.