Logo
  • Nieuws
  • 12 april 2010
  • mr. K. Deelen, Unger Hielkema advocaten

Werkgeversbijdrage pensioenpremie geen onderdeel B-factor

Een statutair bestuurder vraagt ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst aan. Partijen verschillen van mening over de samenstelling van de beloning in de kantonrechtersformule: moet de pensioenpremie al dan niet worden meegewogen?

Beeld Werkgeversbijdrage pensioenpremie geen onderdeel B-factor

De werknemer is reeds 27 jaar in dienst en is sinds 2000 statutair bestuurder. Hij verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst en legt hieraan ten grondslag dat hij plotseling is geconfronteerd met een gesprek waarbij hij zonder opgaaf van reden is geschorst. De werkgever betwist dit. Naast de feitelijke gang van zaken verschillen partijen van mening over de vaststelling van de beloning bij een eventuele vergoeding voor de werknemer.

 

Afwijkende arbeidsvoorwaarde

De rechtbank concludeert dat van een vruchtbare samenwerking tussen partijen geen sprake meer kan zijn en wijst het ontbindingsverzoek van de werknemer toe. Wat betreft de vaststelling van de beloning stelt de rechtbank dat volgens de toelichting op de kantonrechtersformule het werkgeversaandeel alleen in zeer uitzonderlijke gevallen wordt meegewogen. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als een oudere werknemer als afwijkende arbeidsvoorwaarde heeft bedongen dat een aanzienlijk deel van de bedongen loonsom zal worden voldaan in de vorm van een premiestorting in een pensioenfonds.

 

Werkgeversbijdrage pensioenpremie

De werknemer beroept zich erop dat de werkgeversbijdrage in de pensioenpremie een aanzienlijk deel van zijn inkomen uitmaakt en dat hem door de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst de mogelijkheid wordt ontnomen om tot zijn 65ste pensioen op te bouwen. Dit kan volgens de rechtbank echter niet als een uitzonderlijke situatie worden beschouwd. Het standaardpensioenreglement van de werkgever is van toepassing.

 

Rechtbank Amsterdam, 28 januari 2010, JAR 2010/67

 

Tip: De rechtbank refereert aan de uitspraak van 22 december 2009 (LJN: BK7262) waaruit blijkt dat de rechtbank Amsterdam niet meer als uitgangspunt hanteert dat het werkgeversdeel pensioenpremie bij het berekenen van de B-factor wordt meegewogen als het gaat om een statutair bestuurder.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.