OR-lid moet zelf aantonen dat opzegverbod geldt
Bij een ontbinding van de arbeidsovereenkomst dient de kantonrechter te kijken of een opzegverbod (zoals ziekte, zwangerschap en OR-lidmaatschap) van toepassing is. De werknemer die zich in dit geval op het opzegverbod in verband met het OR-lidmaatschap beroept, moet zelf aantonen dat de ontbinding hiermee verband houdt. Uit deze uitspraak blijkt dat het schetsen van een aantal gebeurtenissen al voldoende bewijs daarvoor kan zijn.
Binnen de onderneming vindt een ingrijpende reorganisatie plaats. Werknemer wordt gevraagd te solliciteren naar een nieuwe functie, maar wordt hierin niet geplaatst vanwege het ontbreken van leiderschapskwaliteiten. Conform het geldende sociaal plan wordt een beëindigingovereenkomst aan werknemer voorgelegd. De werknemer weigert echter te tekenen. Hij is van mening dat hij feitelijk al de nieuwe functie uitoefende (functies zijn gelijk gebleven) en dat de afwijzing verband houdt met zijn kritische opstelling als OR-lid. De werkgever verzoekt vervolgens ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter.
Kantonrechter wijst ontbindingsverzoek af
De kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek af. Hij overweegt dat hij zichzelf geen zekerheid heeft kunnen geven of de ontbinding geen verband houdt met het OR-lidmaatschap. Het opzegverbod bij OR-lidmaatschap geldt daarmee, waardoor de arbeidsovereenkomst niet wordt ontbonden.
Kantonrechter Roermond 9 december 2010 LJN: BP1892
Tip: Een ondernemingsraadslid heeft geen volledige bescherming. Hij kan wel worden ontslagen als de reden niet gelegen is in zijn OR-werkzaamheden. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld diefstal of wangedrag op de werkvloer.
