Logo
  • Nieuws
  • 7 oktober 2009
  • Mirjam Hulsebos

Banksparen als alternatieve oudedagsvoorziening

In de Belastingverkenning voor de eenentwintigste eeuw hebben de staatssecretaris en de minister van Financiën beschreven dat het wenselijk zou zijn de lijfrenteaftrek onder de zogeheten oudedagsparaplu uit te breiden. Op die manier zou een meer gelijke behandeling ontstaan tussen eigen spaarvoorzieningen en verschillende producten voor de oudedagsvoorziening. Ook kan zo verdere flexibilisering van dit soort voorzieningen worden bewerkstelligd.

Beeld Banksparen als alternatieve oudedagsvoorziening

Op 1 januari 2008 ging dan ook een wet van kracht die banksparen als oudedagsvoorziening mogelijk maakt. Voor de werkgever heeft dit als zodanig geen consequenties ten opzichte van de werknemers. De werknemers sparen namelijk vanuit hun bruto-inkomen en niet vanuit hun brutoloon. In het kader van het arbeidsvoorwaardenoverleg kan het banksparen voor de werknemer een alternatief zijn als hij overweegt zijn keuze te laten vallen op aanvullend pensioen of iets dergelijks.

 

Lijfrente
Een oudedagsvoorziening bestaat normaliter uit drie pijlers:

- opbouw via de Algemene ouderdomswet;

- opbouw via een werkgever bij een pensioenfonds;

- opbouw via een lijfrenteverzekering.

Een lijfrente is een van het leven afhankelijke periodieke uitkering. Iemand sluit een lijfrente op eigen initiatief, het houdt geen verband met een dienstbetrekking.

Een belastingplichtige kan onder de volgende voorwaarden een lijfrente opbouwen:
- bij een pensioentekort;
- als hij bij aanvang van het kalenderjaar nog geen 65 jaar is;
- als de premie voor de jaarruimte maximaal 17 procent van de premiegrondslag (het bedrag waarover de premie wordt berekend) bedraagt.

De premiegrondslag bestaat uit het gezamenlijke bedrag van loon, winst uit onderneming vóór de toepassing van de Fiscale Oudedagsreserve (FOR) en ondernemersaftrek en resultaat uit overige werkzaamheden en belastbare periodieke verstrekkingen en uitkeringen minus de franchise. Opbouw van rechten kan maximaal over een bedrag van € 155.827 (2009) plaatsvinden.

 

Alternatief
Als mensen via de derde pijler willen sparen voor een oudedagsvoorziening, zijn ze aangewezen op producten die verzekeraars aanbieden. De uitvoeringskosten hiervan zijn hoog en ondoorzichtig. Dit komt doordat verzekeraars bij het afsluiten van een lijfrente het overlijdensrisico meeverzekeren en de bedragen van de overlijdensrisicoverzekering rechtstreeks in mindering brengen op de inleg in de lijfrente. Hierdoor is niet duidelijk voor de verzekeringnemer welk bedrag hij uiteindelijk uitgekeerd krijgt.
De bankspaarregeling wil de derde pijler uitbreiden met het fiscaal aftrekbaar maken van het sparen via een geblokkeerde spaarrekening bij een bank of een beleggingsrecht bij een beheerder van een beleggingsinstelling, wanneer deze gespaarde bedragen worden aangewend voor de oude dag. Het gespaarde kapitaal wordt later onder voorwaarden in termijnen uitgekeerd of aangewend voor de aankoop van een recht op periodieke uitkeringen bij een verzekeraar. Dit leidt tot grotere transparantie bij de verzekeringsmaatschappijen, want het overlijdensrisico is nu niet in de verzekering meegenomen.
De bedragen en beperkingen aan bedragen van het banksparen zijn gelijk aan die van het lijfrenteregime in de Wet IB 2001. Ook de fiscale voorwaarden zijn zo veel mogelijk gelijk. In principe houdt dit slechts een uitbreiding van al bestaande wetgeving in.

 

Voorwaarden banksparen
De voorwaarden voor het sparen voor de oudedagsvoorziening via de geblokkeerde spaarrekening of het beleggingsrecht zijn:
- de stortingen dienen ter compensatie van het pensioentekort;
- de behaalde rendementen dienen te worden bijgeboekt op de geblokkeerde spaarrekening of het beleggingsrecht. Een vrije aanwending is niet mogelijk;
- de gespaarde bedragen dienen te worden uitgekeerd in gelijke termijnen met een tussenperiode van hooguit één jaar;
- de kredietinstelling waarbij men spaart, is een financiële instelling in de zin van de Wet financieel toezicht;
- de eerste uitkering vindt uiterlijk plaats in het zeventigste levensjaar;
- als de eerste uitkering plaatsvindt vóór het 65e levensjaar, bedraagt de uitkeringsperiode twintig jaar, vermeerderd met het aantal jaren vóór het 65e levensjaar waarin de eerste uitkering plaatsvindt;
- wanneer de eerste uitkering in het 64e levensjaar plaatsvindt, bedraagt de uitkeringsperiode vijf jaar bij uitkeringen lager dan € 19.161. Zijn de uitkeringen hoger dan € 19.161, dan bedraagt de uitkeringsperiode twintig jaar;
- wanneer de eerste uitkering plaatsvindt en de partner overlijdt binnen zes maanden na die datum, bedraagt de uitkeringsperiode vijf jaar.

Uitkering bij overlijden
Bij overlijden van de houder van de spaarrekening of het beleggingsrecht gaan de uitkeringen van de termijnen direct in of worden voortgezet aan de nabestaanden. De uitkeringstermijnen bedragen:
- bij uitkering aan bloed- of aanverwanten, niet-partners, ouder dan dertig jaar: twintig jaar;
- bij uitkering aan bloed- of aanverwanten, niet-partners, jonger dan dertig jaar: vijf jaar of de jaren tot aan het dertigste levensjaar van de bloed- of aanverwanten, niet-partners;
- bij uitkering aan andere nabestaanden: vijf jaar.

 

Sparen voor aflossing eigenwoningschuld
Het is ook mogelijk om te sparen via een geblokkeerde spaarrekening of beleggingsrecht voor de aflossing van de eigenwoningschuld. Ook hier speelt het ontbreken van transparantie van verzekeraars een grote rol wanneer via de kapitaalverzekering eigen woning (hierna: KEW) voor de aflossing van de eigen woningschuld wordt gespaard. Aan deze KEW is bijna altijd een overlijdensrisicoverzekering verbonden. De verzekeraars brengen ook hier de kosten van die overlijdensrisicoverzekering in mindering op de inleg van de KEW. De verzekeringnemer kan het bedrag van de uiteindelijke uitkering uit de KEW lastig bepalen. De KEW houdt in dat de verzekerde via een verzekeraar spaart voor de aflossing van de eigen woningschuld.

De voorwaarden voor aflossing van de eigenwoningschuld via de geblokkeerde spaarrekening of beleggingsrecht zijn:
- de rekeninghouder heeft een eigen woning en een eigenwoningschuld (geen voortdurende voorwaarde bij de KEW);
- de uitkering kan alleen worden aangewend voor aflossing van de eigen-woningschuld;
- de uitkering is belast in box 1 onder aftrek van de inleg;
- er bestaat een vrijstelling wanneer ten minste twintig jaar is gespaard (tenzij de verzekeringnemer eerder overlijdt) en de uitkering niet meer dan € 147.500 (2009) bedraagt;
- wanneer ten minste vijftien jaar premies zijn betaald en de uitkering niet meer is dan € 33.500 (2009), is er ook geen belasting verschuldigd;
- het hoogst ingelegde bedrag mag niet meer bedragen dan tien keer het laagste bedrag;
- de behaalde rendementen op de spaarrekening of het beleggingsrecht moeten worden bijgeboekt op die geblokkeerde spaarrekening of het beleggingsrecht en kunnen dus niet vrij worden aangewend;
- na overlijden van de rekeninghouder wordt de uitkering van het gespaarde bedrag in aanmerking genomen bij de belastingheffing van de overleden rekening- of rechthouder. De nabestaande kan wel om uitstel van deblokkering vragen en daarbij gebruikmaken van de vrijstelling die aan de overleden rekeninghouder had kunnen worden toegekend (de uitkering van de KEW komt in aanmerking bij de belastingheffing van de ontvanger).

 

Deblokkering van de geblokkeerde spaarrekening of het beleggingsrecht kan plaatsvinden:
- als er niet meer aan de voorwaarden van banksparen wordt voldaan;
- als de rekening of het recht wordt vervreemd of verdeeld;
- als de rekening of het recht wordt ingebracht in het vermogen van een onderneming;
- als de rekening of het recht gedeeltelijk wordt geblokkeerd;
- dertig jaar na de eerste overmaking (omdat de aftrek van hypotheekrente van de eigen woning beperkt is tot dertig jaar);
- als de rekeninghouder of eigenaar van het beleggingsrecht overlijdt.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.