Logo
  • Nieuws
  • 1 januari 2009
  • Redactie HRpraktijk.nl

Vraag freelancers naar hun VAR

Is degene die u inhuurt voor een klus nu werknemer of opdrachtnemer? Een belangrijke vraag, omdat er afhankelijk van het antwoord wél of juist geen loonheffing moet worden ingehouden op de vergoeding. Sinds een paar jaar kunt u de vraag met meer zekerheid beantwoorden met de Verklaring arbeidsrelatie. De VAR: uw ‘verzekeringspolis’.

Beeld Vraag freelancers naar hun VAR

Al een paar jaar werken zelfstandigen en opdrachtgevers met de VAR. In de eerste jaren gaf deze VAR geen zekerheid dat naheffingen en correcties achterwege bleven. Vanaf 2005 is die zekerheid er wel voor de VAR winst uit onderneming (VAR wuo) en de VAR directeur-grootaandeelhouder (VAR dga).

 

Het belang

Het is lastig voor opdrachtgevers om vast te stellen of degene die voor hen werkt nu ondernemer of werknemer is. Het onderscheid is van belang voor de inhoudingsplicht. Opdrachtgevers zijn verplicht loonbelasting en premies sociale verzekeringen in te houden op het loon van de (fictieve) werknemer. Voor betalingen aan ondernemers bestaat deze verplichting niet. Een vergissing in de kwalificatie kan dus een grote extra kostenpost betekenen.

 

Zekerheid

Met de VAR is er zekerheid. Staat in de Verklaring arbeidsrelatie die u van de opdrachtnemer ontvangt dat hij winst uit onderneming of inkomsten uit werkzaamheden voor rekening en risico van een vennootschap geniet? Dan hoeft u niet meer te beoordelen of er sprake is van een dienstbetrekking. Onder bepaalde voorwaarden hoeft u namelijk geen loonheffing en premies werknemersverzekeringen in te houden en af te dragen.   

 

Hoe werkt de VAR?

De opdrachtnemer moet de verklaring per werksoort aanvragen bij de Belastingdienst. Advieswerk en metselwerk kunnen bijvoorbeeld niet op één VAR worden gecombineerd. In principe geeft de Belastingdienst de verklaring binnen acht weken na aanvraag af. Wanneer dit een VAR wuo of een VAR dga is, dan hoeft de opdrachtgever geen loonheffing in te houden. Hiervan is hij verzekerd onder de volgende voorwaarden:

  • de feitelijke werkzaamheden moeten overeenkomen met de omschrijving van de werkzaamheden in de VAR;
  • de werkzaamheden moeten tijdens de geldigheidstermijn van de VAR worden verricht;
  • de VAR mag niet zijn vervalst;
  • de opdrachtgever moet de identiteit van de opdrachtnemer vaststellen aan de hand van een geldig identiteitsbewijs (paspoort of identiteitskaart) en een kopie in de administratie bewaren evenals een kopie van de VAR;
  • de opdrachtnemer heeft geen uitkeringsrechten over het inkomen uit de periode waarin hij beschikte over een rechtsgeldige VAR wuo of VAR dga en deze ook gebruikt heeft.

 

De Belastingdienst en het UWV nemen dan voor een jaar het risico op zich dat de arbeidsrelatie die zij vooraf niet als dienstbetrekking hebben beschouwd, dit bij nader inzien toch wel is.

 

Veranderingen

Als de omstandigheden wijzigen na afgifte van VAR, dan kan de opdrachtnemer geen beroep meer doen op de verklaring. Alleen als de opdrachtgever niet op de hoogte van de wijzigingen is én hij had deze ook niet behoren te weten, dan mag hij blijven afgaan op de verklaring. De opdrachtgever is dan gevrijwaard van naheffingen. Is de verklaring afgegeven en is de opdrachtnemer het niet met het oordeel van de Belastingdienst eens? In dat geval kan hij hiertegen bezwaar en beroep instellen.

 

Tip

Directeuren/aanmerkelijk belanghouders kunnen ook een VAR aanvragen. De opdrachtgever kan dan zien dat de bv wordt gezien als de ondernemer waar hij mee contracteert en niet de achterliggende directeur/aanmerkelijk belanghouder.

 

Geldigheid

De VAR’ren hebben een geldigheidsduur van maximaal één kalenderjaar. Let er dus op dat de verklaring die in uw administratie ligt, nog geldig is. Vraag de opdrachtnemer zonodig om een nieuwe. Uitzondering: voor opdrachten die in het jaar waarvoor de VAR is afgegeven beginnen en doorlopen in het nieuwe kalenderjaar, wordt de geldigheidtermijn verlengd met de duur van de opdracht maar met maximaal één jaar. De voorwaarde hierbij is dat op het moment dat de opdracht wordt overeengekomen de opdrachtnemer nog geen nieuwe VAR kan tonen en de opdracht voor 1 november van het lopende jaar is overeengekomen.

 

Dienstbetrekking of niet?

De VAR gaat dus met name over de vraag of er sprake is van een werknemer of een opdrachtnemer. Wie is dan eigenlijk werknemer? Een werknemer is degene die onder werkgeversgezag persoonlijk arbeid verricht tegen een beloning. Er zijn dus drie vereisten: beloning, persoonlijk arbeid verrichten en de aanwezigheid van een gezagsverhouding. Fictieve werknemers zijn diegenen die door de Wet op de loonbelasting en de sociale verzekeringswetten aangewezen worden als werknemer.

 

Loon

Van de drie begrippen levert het begrip loon in de praktijk de minste problemen op. Loon is civielrechtelijk de tegenprestatie voor verrichte arbeid. Geeft de werkgever de werknemer een cadeau wegens goede prestaties in het verleden of in de hoop op nog betere prestaties in de toekomst, dan vormt het cadeau loon. Maar als de werkgever als lid van de trimclub waarvan ook de werknemer lid is, bijdraagt aan een cadeau van de club ter gelegenheid van zijn trouwfeest, dan is er geen sprake van loon. De Wet op de loonbelasting en de sociale verzekeringswetten breiden het civiele loonbegrip uit met een aantal bij wet aangewezen arbeidsrelaties, de zogenoemde fictieve dienstbetrekkingen. Ook deze leveren in de praktijk niet al te veel problemen op.

 

Zelf werken

Het persoonlijk arbeid verrichten levert soms wel de nodige discussie op. Vooral het zich niet door een willekeurige derde kunnen laten vervangen, leidt ertoe dat de Belastingdienst en met name het UWV al gauw tot persoonlijke arbeid in het kader van een dienstbetrekking concluderen. Ook al bepaalt het contract tussen opdrachtgever en opdrachtnemer dat vervanging mogelijk is. Wanneer dit feitelijk niet voorkomt, wordt al snel aangenomen dat de vervangingsmogelijkheid niet reëel is.

 

Let op

Naast de VAR wuo en VAR dga zijn er ook nog de VAR row (resultaat uit overige werkzaamheden) en VAR loon (loon uit dienstbetrekking). Als u één van deze verklaringen van uw opdrachtnemer ontvangt, moet u als opdrachtgever vaststellen of er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking. Als hiervan inderdaad sprake is, moet u loonheffing en premies werknemersverzekeringen inhouden en afdragen. U hebt bij deze twee VAR’ren dus geen zekerheid!  

 

Let op de volgende punten:

  • Alleen de VAR wuo en de VAR dga geven - mits aan de voorwaarden is voldaan - de zekerheid dat er achteraf geen naheffingen worden opgelegd
  • Zorg dat de opdrachtnemer niet te veel soorten werkzaamheden onderbrengt in één VAR- aanvraag. Bij twijfel kan hij de Belastingdienst raadplegen. Beter een VAR te veel dan een VAR te weinig
  • De opdrachtnemer bouwt geen recht op uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen op voor de periode dat hij de VAR-werkzaamheden uitvoert en de VAR gebruikt

 

Gezag

Verreweg de meeste problemen levert het begrip gezag op. Met name de vraag wanneer er sprake is van werkgeversgezag en wanneer er sprake is van opdrachtgeversgezag. De rechtspraak is zo afhankelijk van de situatie dat het feitencomplex waarop de rechter werkgeversgezag aanneemt, verschilt per type opdrachtgever. Zo wordt bijvoorbeeld snel aangenomen dat commerciële opleidingsinstituten wel over een goede organisatie zullen beschikken. De rechter kan zich bij dergelijke opdrachtgevers niet voorstellen dat er geen sprake van een gezagsverhouding is. Bij bijvoorbeeld buurt- en clubhuizen wordt aangenomen dat de organisatie vaak te wensen overlaat en vindt de rechter een gezagsverhouding minder voorstelbaar, tenzij het tegendeel blijkt.

 

Besluit

De Belastingdienst en het UWV hebben een gezamenlijk Besluit beleidsregels beoordeling dienstbetrekking gepubliceerd, waarin zij uit de doeken doen wanneer er sprake is van een dienstbetrekking en dus van inhoudingsplicht. Veel meer dan een korte en dan ook nog onvolledige samenvatting van wet en jurisprudentie is dit echter niet. Het blijft voor opdrachtgevers en opdrachtnemers nog steeds erg lastig om met dit besluit een juist oordeel te geven over hun arbeidsrelatie. Het besluit kent inmiddels al de vierde versie en de vijfde is op komst.

 

Aandachtspunten

Gezien de korte looptijd van de VAR is het van belang dat de opdrachtnemer deze tijdig aanvraagt. Veel opdrachtgevers en opdrachtnemers zullen immers al in het offerte stadium willen weten hoe hun toekomstige samenwerking gekwalificeerd wordt.

 

Van groot belang is het juist invullen van het vragenformulier om de juiste VAR te verkrijgen. Onjuiste invulling zal ertoe kunnen leiden dat de opdrachtnemer niet is gevrijwaard. Is de opdrachtgever hiervan op de hoogte of heeft hij de opdrachtnemer ertoe aangezet, dan ontbeert ook hij de vrijwaring.

 

De VAR wordt afgegeven per werkzaamheid of werkzaamheden tezamen die door een ondernemer verricht kunnen worden. Voor werkzaamheden die te ver uiteen liggen moeten dan ook twee VAR’ren worden gevraagd. Waar precies de grens ligt is niet altijd makkelijk te bepalen. Als vuistregel geldt dat de opdrachtnemer voor verschillende werkzaamheden of dezelfde werkzaamheden maar verricht onder verschillende condities twee VAR’ren moet aanvragen.

 

De Belastingdienst kan de VAR herzien tijdens de looptijd ingeval van gewijzigde omstandigheden. Herziening is ook mogelijk op verzoek van de opdrachtnemer. Herziening heeft alleen gevolgen voor de toekomst. Is de opdrachtgever niet op de hoogte van de herziening en zou hem nog de niet herziene VAR getoond worden, dan mag hij hierop afgaan.

 

Opvallend en zeer principieel is dat de wetgever ervoor heeft gekozen dat als er geen premies betaald worden op grond van de VAR wuo of VAR dga, er ook geen uitkeringsrechten zijn. Voor het eerst worden premiebetaling en uitkeringsrechten aan elkaar gekoppeld.

 

Nog onduidelijk is welke criteria een rol spelen bij het opnieuw afgeven van een VAR. Duidelijk is hoe langer de ondernemer/ dga als zodanig werkzaam is, des te meer gegevens er bij de Belastingdienst voorhanden zijn die in de besluitvorming een rol kunnen spelen. Zo is het mogelijk dat de inspecteur van een opdrachtnemer een signaal afgeeft wanneer de opdrachtnemer voor het derde achtereenvolgende jaar grotendeels actief is voor dezelfde opdrachtgever.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.