Samenwerking arbodienstverlener strijdig met Arbeidsomstandighedenwet
Veolia heeft besloten om per 1 oktober 2011 een tweetal pilots te starten met een arbodienstverlener op het terrein van verzuimbegeleiding voor de duur van 9 maanden. Hoewel de COR bij het voortraject betrokken was, verlenen zij geen toestemming om deze pilots te starten.
De reden hiervoor is dat het bureau niet voldoet aan de criteria die de COR heeft geformuleerd ten aanzien van een centrale Arbodienst en dat er geen sprake is van een gecertificeerde Arbodienst. De COR wil dat de aangevangen pilots worden gestaakt. Zij stelt zich op het standpunt dat het aangaan van de samenwerking in strijd is met artikelen 14 en 14a van de Arbeidsomstandighedenwet. Daarnaast stelt hij zich op het standpunt dat het besluit instemmingsplichtig is grond van artikel 27 WOR.
Niet gecertificeerd
De COR stelt dat Veolia met haar overeenstemming had moeten bereiken over het aangaan van het samenwerkingsverband met het arbodienstverlener op grond van artikel 14 lid 9 Arbeidsomstandighedenwet, aangezien de betreffende arbodienstverlener geen gecertificeerde arbodienst is. De vordering in de dagvaarding is echter op deze grondslag gebaseerd. Veolia is pas voor het eerst ter zitting met deze grondslag geconfronteerd en is daardoor niet in staat geweest om op de stelling te reageren. De kantonrechter oordeelt dat op grond hiervan niet kan worden vastgesteld of deze grondslag dient te leiden tot toewijzing van de vordering.
Instemmingsplichtig besluit
Daarnaast oordeelt de kantonrechter dat het feit dat de pilot geen definitieve keuze inhoudt en dat deze omkeerbaar is, het instemmingsplichtige karakter van het besluit om een pilot te starten niet ontneemt. Het instemmingsplichtige karakter volgt uit het feit dat de pilots geruime tijd gevolgen zullen hebben (9 maanden), dan wel kunnen hebben voor een aanzienlijke groep (kwetsbare) werknemers (750 van de 3500 werknemers) en dat de pilots een impact zullen hebben binnen Veolia vanwege de veranderingen voor deze werknemers. De betreffende arbodienstverlener hanteert namelijk een andere werkwijze dan de andere arbodiensten. Hieruit volgt naar het oordeel van de kantonrechter, dat er sprake is van een instemmingsplichtig besluit.
Voorzieningenrechter Breda, 31 oktober 2011, LJN BU2906
Tip
Een (centrale) ondernemingsraad moet goed nagaan wat de gevolgen zijn van een pilot, testproject etc. Onder andere de gevolgen van een besluit daartoe kunnen groot genoeg zijn om het een instemmingsplichtige aangelegenheid te maken.
