Een werknemer is sinds 1993 in dienst. De werknemer was bij aanvang van zijn dienstverband werkzaam in de functie van Servicemanager, en heeft vervolgens enkele malen promotie gekregen. Laatstelijk was hij werkzaam in de functie van ‘After Salesmanager’, een functie met meer verantwoordelijkheden en een hoger salarisniveau dan de functie van Servicemanager.

 

Wedertewerkstelling met behoud van salaris

In september 2010 wordt de werknemer medegedeeld dat de functie van After Salesmanager als gevolg van een reorganisatie niet meer beschikbaar is. De werknemer moet voortaan zijn vroegere functie van Servicemanager uit voeren en akkoord gaan met de arbeidsvoorwaarden die aan deze functie gekoppeld zijn. De werknemer maakt bezwaar tegen de aanzienlijke salarisverlaging die dit voorstel voor hem tot gevolg heeft. De werkgever weigert vervolgens de werknemer als Servicemanager tewerk te stellen en besluit hem projectmatig in te zetten. De werknemer vordert wedertewerkstelling in de functie van Servicemanager met behoud van zijn laatstverdiende salaris.

 

Geen eenzijdig wijzigingsbeding

De kantonrechter oordeelt dat de financiële situatie van het bedrijf en de noodzaak tot reorganisatie een wijziging van omstandigheden vormen waarin de werkgever redelijkerwijs aanleiding kon vinden een voorstel tot wijziging van de primaire arbeidsvoorwaarden te doen. De vraag is echter of van de werknemer in redelijkheid kan worden gevergd dat hij met de voorgestelde wijziging akkoord gaat. Nu er geen eenzijdig wijzigingsbeding is overeengekomen moet deze vraag beantwoord worden aan de hand van artikel 7:611 BW, de plicht tot goed werknemerschap.

 

De kantonrechter vindt dat het voorstel tot salarisvermindering van minstens € 1.200 bruto per maand (meer dan 20% van het laatstelijk verdiende salaris) niet redelijk kan worden geacht, en dat in redelijkheid niet verlangd kan worden dat de werknemer dit voorstel accepteert. Dat betekent nog niet dat ieder voorstel tot aanpassing van het salaris op voorhand als onredelijk wordt beoordeeld. De vraag of enig ander voorstel wel als redelijk zou kunnen worden gezien is hier echter niet aan de orde. De kantonrechter wijst de vordering tot wedertewerkstelling met salarisbehoud toe.

 

Rechtbank Rotterdam, Sector kanton locatie Rotterdam, 1 december 2011, LJN: BV6734

  

Tip: Als veranderde bedrijfsomstandigheden daartoe noodzaken kan soms zelfs een voorstel tot (aanzienlijke) salarisverlaging redelijk worden geacht. Wel is aan te raden om dan in het voorstel een redelijke afbouwregeling te verwerken. Het voorstel doorstaat dan sneller de toets van de rechter.