De werkneemster heeft de ingangsdatum van haar Flex-pensioen nog niet bepaald. Dit wil ze laten afhangen van haar gezondheidstoestand en het plezier in het werk. De werkgever kan instemmen met het ineens opnemen van alle uren, maar wil wel graag weten op welk moment dat gebeurt. Omdat partijen niet tot een oplossing komen, vragen zij de kantonrechter ex artikel 96 Rv te beslissen op welke wijze het tegoed moet worden opgenomen.

 

Belangenafweging

De kantonrechter knoopt aan bij artikel 7:638 BW, waarin is bepaald dat de werkgever de vakantie van een werknemer vaststelt overeenkomstig de wensen van een werknemer, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Volgens de wetgeschiedenis is er sprake van gewichtige redenen als het tegemoet komen aan de wensen van de werknemer tot een ernstige verstoring van de bedrijfsvoering leidt. Er moet een belangenafweging plaatsvinden. De werkgever voert diverse belangen aan, waaronder de continuïteit van de dienstverlening en de moeilijkheid werknemers met eenzelfde niveau te vinden.

 

Opname verlofuren

De kantonrechter oordeelt dat de werkgever geen zwaarwichtige redenen heeft bij het nu reeds vaststellen van het opnemen van de verlofuren. Daartegenover staat dat de werkneemster wel belang heeft bij het kunnen opnemen van haar verlofuren zodra zij daadwerkelijk haar werkzaamheden wil beëindigen. Zij hoeft daarover niet reeds nu uitsluitsel te geven. Het staat de werkneemster dus vrij op een door haar gewenst moment de verlofuren op te nemen.

 

Deze zaak bevestigt dat de belangenafweging in de meeste gevallen in het voordeel van de werknemer uitvalt en dat de werknemer dus de vrije keuze heeft op welke moment hij zijn verlof wenst op te nemen.

 

Kantonrechter ‘s-Hertogenbosch, 30 juni 2009, LJN: BJ3050, JAR 2009 / 208