Een werknemer treedt in dienst bij een fabrikant van roerpropellersystemen voor de scheepvaart. In de arbeidsovereenkomst is een geheimhoudingsbeding opgenomen. De werknemer wordt tijdens de proeftijd ontslagen. Hij dreigt vervolgens de werkgever met het publiceren van een aantal (deels vertrouwelijke) zaken over roerpropellersystemen. Alleen tegen betaling van een vergoeding zal hij afzien van deze publicatie.

 

Naar aanleiding daarvan start de werkgever een procedure tegen de werknemer. De werkgever vordert in kort geding dat de werknemer zich aan het geheimhoudingsbeding moet houden en zich niet negatief zal uitlaten over de werkgever op straffe van een dwangsom.

 

Klokkenluider?

De voorzieningenrechter overweegt dat de vrees van de werkgever, dat de werknemer zijn geheimhoudingsbeding zal overtreden, deels gegrond is. De werknemer heeft namelijk een aantal interne en vertrouwelijke documenten betreffende het bedrijf van de werkgever naar zijn privéadres gestuurd.

 

Het verweer van de werknemer dat hij als 'klokkenluider' (en dus in het algemeen belang) zou willen handelen, wordt verworpen. Alleen al uit het feit dat de werknemer tegen betaling wil afzien van publicatie van zijn onderzoek, blijkt dat de maatschappelijke verantwoordelijkheid kennelijk geen principieel punt voor de werknemer vormde.

 

Geheimhoudingsbeding

Met de openbaarmaking van enkele vertrouwelijke stukken zou de werknemer het geheimhoudingsbeding overtreden, en onrechtmatig handelen jegens de werkgever. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de werkgever derhalve (deels) toe.

 

Conclusie: Als in de arbeidsovereenkomst aan een overtreding van het geheimhoudingsbeding een (flinke) boete was gekoppeld, had de werknemer het waarschijnlijk niet gewaagd om het geheimhoudingsbeding te overtreden. Deze kort geding-procedure (met alle kosten van dien) was dan  niet nodig geweest.

 

Kantonrechter Rotterdam, 8 juni 2010, LJN: BN0796