Werkgevers: van zware naar lichte baan is moeilijk te verwezenlijken
Werkgevers zien weinig mogelijkheid om hun werknemers met een zwaar beroep na 30 jaar aan ander, lichter werk te helpen, zoals het kabinet voorstelt in zijn plannen om de AOW-leeftijd te verhogen. Dat blijkt uit een onderzoek dat TNS NIPO in opdracht van FNV Bondgenoten heeft uitgevoerd onder werkgevers.
Op de vraag of werkgevers denken mensen in het eigen bedrijf te kunnen herplaatsen, antwoordt 84 procent negatief. Werkgevers zien het ook niet gebeuren dat zij hun mensen buiten het eigen bedrijf geplaatst krijgen: 52 procent acht dat nagenoeg uitgesloten en nog eens 34 procent acht de kans klein. Over de mogelijkheid tot om- en bijscholing naar lichter werk zijn werkgevers iets positiever, maar toch ziet 72 procent daar weinig kans toe.
Voor FNV Bondgenoten betekent deze uitslag extra bevestiging dat het AOW-voorstel van het kabinet onuitvoerbaar is. Volgens de bond gaat de verhoging van de AOW-leeftijd juist de laagopgeleiden, die veelal vanaf jonge leeftijd werken, treffen. “Het kabinet zegt wel dat die mensen op 65 kunnen stoppen”, stelt Van der Kolk. “Maar die groep kan dat niet betalen. Als zij op 65 eruit willen, krijgen ze een levenslange strafkorting op hun AOW, een lager pensioen en zij kunnen niet bijsparen. Die groep wordt dus kind van de rekening.”
Flexibele AOW
De FNV wil een werkelijk flexibele AOW-regeling, waarin stoppen op 65 met een fatsoenlijk inkomen mogelijk blijft en langer doorwerken wordt beloond met een hogere uitkering. Mensen kunnen dan zelf kiezen.
