Logo
  • Nieuws
  • 9 februari 2010
  • Lianne Bouman

Toets ouderenregeling in sociaal plan aan WGBL

Het opnemen van een ouderenregeling in uw sociaal plan kan in strijd zijn met de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd (WGBL) als de manier van uitvoering niet aan bepaalde voorwaarden voldoet.

Beeld Toets ouderenregeling in sociaal plan aan WGBL

In een concrete zaak oordeelde de kantonrechter dat de regeling de oudere werknemer min of meer definitief afschrijft voor de arbeidsmarkt en dat er sprake is van leeftijdsdiscriminatie. Hij wijst erop dat het arbeidsmarktbeleid er juist op is gericht om ouderen langer te laten deelnemen aan het arbeidsproces.

 

Ontbinding van arbeidsovereenkomst

De zaak: als door een reorganisatie de functie van een werkneemster komt te vervallen, vraagt de werkgever een arbeidsovereenkomstontbinding aan. De werkneemster verzet zich hier niet tegen, maar vindt dat zij recht heeft op een hogere vergoeding dan die zij op grond van het sociaal plan krijgt.

 

Kantonrechtersformule

Het sociaal plan bevat een speciale regeling voor oudere werknemers. Zij treden in dienst van een stichting, worden vrijgesteld van werkzaamheden en ontvangen hun salaris, afhankelijk van hun geboortejaar totdat zij respectievelijk 61 jaar en één, twee of drie maanden zijn. Jongere werknemers krijgen een vergoeding volgens de kantonrechterformule op basis van C=0,8.

 

Ouderenregeling sociaal plan

De werkneemster is van mening dat de ouderenregeling uit het sociaal plan nietig is, omdat het verboden onderscheid maakte naar leeftijd zonder dat daar een legitiem doel voor is. Zij vind dat de leeftijdgrens is ingegeven door financiële redenen en die rechtvaardigden het leeftijdonderscheid niet.

 

Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd (WGBL)

De kantonrechter stelt haar in het gelijk. De regeling uit het sociaal plan kan niet in stand blijven omdat die in strijd is met de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd (WGBL). Een leeftijdsonderscheid mag alleen gemaakt worden als er een objectieve rechtvaardigingsgrond voor is. Dat de werkgever probeert de oudere werknemers inkomenszekerheid te bieden, is op zich een legitiem doel. Maar de uitwerking van de regeling voldoet niet aan de eisen.

 

Outplacement

De werkneemster wordt gedwongen deel te nemen aan een regeling die normaal op vrijwillige basis geldt. Haar inkomen en haar pensioen wordt daardoor lager en de werkgever geeft daarvoor geen financiële tegemoetkoming. Door de gedwongen deelname is de werkneemster ook uitgesloten van outplacement en om- en herscholingsmogelijkheden uit het sociaal plan. Er is dus geen rechtvaardiging voor het leeftijdsonderscheid.

 

De kantonrechter oordeelt dat de werkgever haar een vergoeding moet betalen die gelijk is aan de inkomensderving tot aan de pensioendatum: 26.550 euro.

 

Tip

Toets uw sociaal plan altijd aan de WBGL. Want, als de uitvoering van uw sociaal plan leidt tot ‘onbillijke uitkomst’ voor de werknemer(s), wordt de ontslagvergoeding volgens de kantonrechterformule berekend.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.