Logo
  • Nieuws
  • 10 juli 2009
  • David Davidson / Peter Dijksma

Pensioengerechtigd betekent niet per se pensioenplichtig

Een werkgever die denkt dat hij van een werknemer af is op het moment dat die 65 wordt, kan bedrogen uitkomen. Oudere werknemers die hun pensioenontslag aanvechten staan sterk, blijkt uit een aantal recente uitspraken. Dat meldde de Volkskrant.

Beeld Pensioengerechtigd betekent niet per se pensioenplichtig

Volgens Harry Staal, vicepresident en kantonrechter van de Rechtbank Maastricht, is een duidelijke trend zichtbaar. “Waar men vroeger nog uitging van een stilzwijgende beëindiging van het contract zodra de werknemer 65 wordt, wordt nu zichtbaar dat rechters dit niet meer automatisch aannemen. Werkgeversvereniging VNO-NCW vindt het een ‘buitengewoon onwenselijke ontwikkeling,’ omdat pensioenontslag het enige moment is waarop het bedrijf ‘gratis’ van vast personeel af kan. VNO-NCW vindt dat langer doorwerken alleen moet kunnen als beide partijen het daarover eens zijn.

 

Casus

Op 10 augustus 2008 is een werknemer 65 jaar geworden. Hij ziet geen heil in een leven achter de geraniums en wil, ondanks het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, doorgaan met werken. De werkgever kraakt deze lovenswaardige instelling van de werknemer en laat hem niet meer toe tot zijn werk.

 

Naar mening van de werkgever is de arbeidsovereenkomst van rechtswege geëindigd door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. In de arbeidsovereenkomst staat echter geen bepaling dat deze arbeidsovereenkomst – een cao is niet van toepassing – eindigt bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De nog altijd vitale en strijdlustige werknemer laat het er dan ook niet bij zitten en stapt naar de rechter. Daar vindt hij gehoor.

 

Sec het bereiken van de 65-jarige leeftijd heeft naar mening van de kantonrechter niet tot gevolg dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt; een wettelijke regeling ontbreekt. Bovendien zijn er feiten en omstandigheden aanwezig die duiden op de voorzetting van de arbeidsrelatie. Partijen hebben concreet gesproken over voortzetting, maar hebben geen overeenstemming bereikt over de (arbeids)voorwaarden.”

 

Andere werknemers die 65 werden bleven ook in dienst bij de werkgever. Het verweer van de werkgever dat er sprake is van gewoonterecht dat de arbeidsovereenkomst eindigt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd, wordt verworpen. Daarbij verwijst de kantonrechter naar de discussie die momenteel wordt gevoerd over het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd naar 67 en overige maatschappelijke ontwikkelingen, waarbij stoppen met werken bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar niet meer vanzelfsprekend is. De arbeidsovereenkomst is derhalve nog in stand.

 

Rechtbank ’s-Gravenhage, sector kanton, locatie Delft 23 april 2009 LJN: BI2450

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.