Arriva weigert een declaratie van een advocatenkantoor voor het bijstaan van de ondernemingsraad BBA te betalen. Het advocatenkantoor stelt dat de kosten op grond van artikel 22 WOR voor rekening komen van de ondernemer. Het geschil omtrent de status van de ondernemingsraad na de concessieovergang van BBA naar Arriva was naar de mening van het kantoor zo ingewikkeld, dat de ondernemingsraad zich in redelijkheid van juridische bijstand kon voorzien. Bovendien maken ook de eisen van goed werkgeverschap dat Arriva de ondernemingsraad niet met de gemaakte kosten mag laten zitten. Arriva wil de declaratie niet betalen, omdat de ondernemingsraad BBA bij de concessieovergang niet is overgegaan naar Arriva. Hierdoor zou Arriva niet als ondernemer in de zin van artikel 22 WOR zijn aan te merken. 

 

Rechtbank

Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de ondernemingsraad en de onderneming een ongedeelde eenheid vormen en dus onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Bij de overgang van een deel van de onderneming die na een overgang niet als eenheid blijft bestaan (zoals bij een concessieovergang) vertegenwoordigt de ondernemingsraad van de verkrijger alle werknemers en dus ook de werknemers van BBA. De rechtbank oordeelt dat dit eens te meer geldt in onderhavige kwestie, nu BBA en Arriva een verschillende medezeggenschapsstructuur kennen.

 

De door BBA opgerichte ondernemingsraad is opgehouden te bestaan bij de concessieovergang en is niet mee overgegaan naar Arriva. Arriva kan dan ook, ten opzichte van deze ondernemingsraad BBA, niet worden aangemerkt als ondernemer. Om die reden komen de door de ondernemingsraad gemaakte kosten van rechtsbijstand niet voor rekening van Arriva.

 

Commentaar

Na de overname zijn er bij de verkrijgende onderneming weliswaar werknemers van de overgenomen onderneming gekomen, maar deze werknemers behoren tot de eenheid van de verkrijgende onderneming. De rechtbank vindt dat de werknemers die overgaan naar het nieuwe bedrijf al worden vertegenwoordigd door de ondernemingsraad van de overnemende onderneming. Volgens de wetgever is het ongewenst dat de ondernemer die een onderneming heeft overgenomen, naast zijn eigen ondernemingsraad, wordt geconfronteerd met nog een apart medezeggenschapsorgaan.