Novio heeft in 2009 de concessie gekregen voor het openbaar vervoer in een bepaalde stad. Hermes voert een deel van deze concessie in onderaanneming uit. De werknemers die in dienst van Hermes waren en deze concessie reden, zijn in dienst getreden van Novio. Hermes heeft de medezeggenschap van die voormalige werknemers in stand gehouden met een beroep op artikel 6 lid 4 WOR.

 

Bevorderlijk voor goede toepassing WOR

De ondernemingsraad van Novio is van mening dat hij het enige rechtsgeldige medezeggenschapsorgaan is. OR Novio en FNV Bondgenoten (hierna FNV) vorderen in kort geding dat Hermes en haar ondernemingsraad verplicht worden het WOR-overleg te staken en de geplande verkiezingen te schorsen totdat in een bodemprocedure is beslist of de medezeggenschap bij Hermes “bevorderlijk is voor een goede toepassing van de WOR”.

 

Geen vrije beschikking van betrokkenen

Een bodemprocedure kan worden gestart op grond van artikel 36 lid 1 WOR. Evenals de ondernemingsraad Novio zou FNV dan kunnen worden aangemerkt als belanghebbende omdat zij leden heeft onder de werknemers van Hermes. Hetgeen FNV en ondernemingsraad Novio vorderen hoort echter niet tot de onderwerpen die in artikel 36 lid 1 WOR staan. De vraag of artikel 6 lid 4 WOR terecht is toegepast, valt onder artikel 36 lid 2 WOR. Daarop kunnen echter alleen de onderneming (Hermes) en haar ondernemingsraad (ondernemingsraad Hermes) een verzoek baseren. Bovendien kent de wettelijke regeling de term belanghebbende niet. FNV en de ondernemingsraad Novio zijn dan ook niet-ontvankelijk.

Voorts overweegt de kantonrechter dat aan de stemmingen die onder de werknemers gehouden zijn over de toebedeling van de medezeggenschap geen wettelijke betekenis toekomt. De wettelijke medezeggenschap is niet onderworpen aan de vrije beschikking van betrokkenen.

 

Voorzieningenrechter Eindhoven 24 december 2010, JAR 2011/46

 

Tip

Wees voorzichtig met het maken van afspraken die in strijd zijn met de WOR. Een rechter kan de wettelijke bepalingen laten prevaleren.