Logo
  • Nieuws
  • 13 april 2012
  • Bas Ammerlaan

Levensloopregeling wordt vitaliteitregeling

Bij tienduizenden spaarders is een brief bezorgd om hen te informeren over het vervangen van de levensloopregeling door de vitaliteitregeling. Hoe zit het nu precies met deze verandering?

Beeld Levensloopregeling wordt vitaliteitregeling

De levensloopregeling stelt werknemers in staat te sparen of te beleggen voor verlof of eerder te stoppen met werken. Tot voor kort werd dit fiscaal aangemoedigd: ‘Levenslopers’ krijgen extra heffingskorting van maximaal 201 euro per jaar sparen en het gespaarde deel telt als niet belastbaar vermogen. In 2012 is de heffingskorting levensloop 205 euro.

 

Het kabinet wil nu echter juist langer doorwerken stimuleren en stopt met de regeling. De zogenoemde ‘vitaliteitregeling’ komt in de plaats van de levensloopregeling, waarmee men tot 20 duizend euro kan sparen voor verlof, een opleiding of een ander doel waardoor de werknemer langer fit kan blijven werken. In de Volkskrant werd recentelijk op een rij gezet hoe levenslopers het beste om kunnen gaan met deze verandering.

 

Levensloopregeling

Het lot van de oude levensloopregelingen is afhankelijk van hoeveel er op staat. Wie op 31 december 2011 meer dan 3.000 euro op zijn levenslooprekening had staan kan blijven sparen tot 210 procent van het bruto jaarsalaris. De heffingskorting wordt in dit geval echter niet verder opgebouwd. Wie minder dan 3.000 euro had gespaard kan geen gebruik meer maken van de levensloopregeling. Sinds 1 januari kunnen zij al niet meer bijstorten. Tot 2013 mogen ze het geld nog gebruiken voor verlof, maar daarna wordt de rekening opgeheven en uitbetaald.

 

Wat te doen?

Als levenslopers het geld uit de levenslooprekening halen hebben ze een aantal opties. Het geld kan worden opgenomen voor een grote aankoop of op een spaarrekening worden gezet; het kan belastingvrij in hun pensioen worden gestort (mits dit toegelaten is in de pensioenregeling); of ze kunnen overstappen op de vitaliteitregeling. Dit kan in 2013 ook als er meer dan 20 duizend euro op hun levensloopregeling staat.

 

Welke van deze opties het verstandigst is hangt af van de situatie. Vaak is het een goed idee het geld in de levensloopregeling te houden. Dit kan dan nog worden gebruikt om eerder te stoppen met werken, wat bij de vitaliteitregeling minder goed geregeld is. Zolang het geld niet wordt opgenomen blijft het spaarsaldo onbelast.

 

Wanneer levenslopers geld opgenomen voor een ander doel dan verlof, dan ziet de Belastingdienst al het gespaarde geld als inkomen. De spaarder kan dan in een hogere belastingschijf komen, waardoor deze optie vaak duurder uitvalt.

 

Wanneer de levensloper het geld in zijn pensioen stort dan verhoogt zijn maandelijkse pensioenuitkering. Dit kan gunstig zijn voor wie nu veel belasting betaalt maar na het pensioen minder zal betalen. Wie hiervoor kiest kan het geld echter niet meer gebruiken voor onverwachte financiële tegenvallers. Bovendien hangt het profijt af van hoe lang de levensloper nog in het leven loopt na zijn pensioen: net als bij een levensverzekering profiteert hij als hij oud wordt maar is het geld weg als hij vroeg sterft.

 

Vitaliteitregeling

De vitaliteitregeling is bij uitstek aantrekkelijk voor zzp’ers. Zij kunnen hun inkomen er mee aanvullen. Deelnemers aan de regeling die ouder dan 62 worden kunnen vanaf dan nog maar 10 duizend euro opnemen per jaar, wat niet veel is. Het voordeel is wel dat dit geld voor elk doel op is te nemen, behalve om eerder te stoppen met werken.

 

De levensloopverlofkorting vervalt per 1 januari 2012. Dat komt omdat de levensloopregeling per die datum is afgeschaft. De in het verleden opgebouwde levensloopverlofkorting blijft intact voor deelnemers die op 31 december 2011 een positief saldo op hun levensloopregeling hebben staan. Deelnemers aan de levensloopregeling die op 31 december 2011 een saldo van minimaal € 3.000 hebben staan, kunnen met de levensloopregeling doorgaan. Bij een nieuwe inleg wordt geen levensloopverlofkorting meer opgebouwd.

 

De levensloopverlofkorting is gelijk aan het bedrag van het opgenomen levenslooptegoed, maar ten hoogste € 205 (€ 201) per jaar waarin is gestort in de levensloopregeling. Bedragen aan levensloopverlofkorting die in voorafgaande jaren al zijn genoten worden in mindering gebracht.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.