Logo
  • Nieuws
  • 5 juni 2012
  • mr. Ineke van de Pas, De Voort Advocaten - Mediators

Grote vrijheid voor OR bij inrichting kiesgroepen

Artikel 9 lid 2 sub b WOR bepaalt dat een derde of meer van de werknemers die geen lid zijn van een vakbond die een kandidatenlijst heeft ingediend, zelf een kandidatenlijst kan indienen. Daarbij wordt bepaalt dat voor het indienen van een kandidatenlijst met 30 handtekeningen kan worden volstaan.

Beeld Grote vrijheid voor OR bij inrichting kiesgroepen

De zittingstermijn van de huidige ondernemingsraad van Albert Heijn eindigt op 1 mei 2012, waarbij de verkiezingen zijn gepland op 16, 17 en 18 april 2012. Deze kortgedingprocedure wordt gevoerd tussen FNV Bondgenoten en CNV Dienstenbond tegen Albert Heijn en zijn ondernemingsraad. De vakbonden stellen dat in het ondernemingsraadreglement de WOR op een aantal onderdelen onjuist is toegepast. De verdeling van de kiesgroepen brengt een ondervertegenwoordiging van het winkelpersoneel en een oververtegenwoordiging van leidinggevenden met zich mee.

De vakbonden vorderen dan ook dat de geplande verkiezingen uitgesteld worden, dat de zittingstermijn van de zittende ondernemingsraad wordt verlengd met dezelfde periode, en dat de voorzieningenrechter zal bepalen dat in artikel 7 lid 4 van het reglement van de Ondernemingsraad de zinsnede aan het slot ‘met een maximum van 5 handtekeningen’ moet worden gelezen als ‘met een maximum van 30 handtekeningen’.

  

Grote vrijheid voor OR bij inrichting kiesgroepen

Bij de inrichting van kiesgroepen heeft de ondernemingsraad een grote vrijheid binnen de grenzen van de wet. De door de ondernemingsraad gekozen indeling roept in het licht van de beoogde evenredige vertegenwoordiging wel vraagtekens op. De ondernemingsraad heeft zijn stelling dat de gekozen indeling in kiesgroepen niet in strijd is met het uitgangspunt van evenredige vertegenwoordiging cijfermatig onvoldoende onderbouwd.

De voorzieningenrechter sluit niet uit dat de kantonrechter de bezwaren van de bonden tegen de oververtegenwoordiging van leidinggevende, gegrond zal verklaren. Aangezien het onzeker is of de kantonrechter zover zal gaan, moet worden meegewogen dat een veroordeling tot uitstel van de verkiezingen bij wijze van ordemaatregel veel ongewenste effecten voor Albert Heijn met zich meebrengt. Daarbij dient bij de afweging van de wederzijdse belangen rekening te worden gehouden met het feit dat de bonden zeer kort voor de verkiezingen formeel bezwaar hebben gemaakt tegen een al meer dan tien jaar bestaande indeling van kiesgroepen, waarbij managers zijn oververtegenwoordigd.

 

Op basis van bovenstaande trekt de voorzieningenrechter de conclusie dat verlenging van de zittingsduur van de huidige ondernemingsraad niet de meest adequate maatregel is om dit verschil van inzicht tussen partijen te overbruggen. De voorzieningenrechter leest artikel 9 lid 2 sub B WOR anders dan de bonden. De bepaling in het reglement dat voor het indienen van een vrije kandidatenlijst maximaal vijf handtekeningen nodig zijn, is niet in strijd met artikel 9 WOR. De vakbonden worden in het ongelijk gesteld.

 

Voorzieningenrechter Haarlem, 10 april 2012 , LJN: BW3952

Tip

Ook al twijfelt de voorzieningenrechter over de evenredigheid van de vertegenwoordiging, toch laat hij omstandigheden zoals de gevolgen voor de organisatie meewegen. Ook telt zwaar mee dat er nooit eerder iets is gezegd over deze mogelijke onevenredigheid. Het is zaak om goed te letten op dit soort omstandigheden alvorens te gaan procederen.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.