In december 2006 installeert een aanbieder van personenvervoer X een OR voor de periode van vier jaar voor de concessies Y en Z. Beide concessies gaan per 1 januari 2007 over naar A, een aanbieder van busvervoer. Deze heeft voor ieder bedrijfsonderdeel een OR geïnstalleerd. De OR van de concessies vordert na de overgang bij de kantonrechter de faciliteiten zoals afgesproken in december 2006 met X en voert daartoe aan dat de OR na de overgang van de concessies is blijven voortbestaan. De OR stelt verder dat de concessie voldoet aan de definitie van onderneming in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden.

 

Verzoek tot afwijzing

A betwist dat de OR met de concessies is overgegaan. Primair voert zij aan dat geen sprake is van een overgang van onderneming. Subsidiair stelt A dat bij een overgang van onderneming de OR niet mee overgaat naar de verkrijger. A verzoekt tot afwijzing van de vordering en voert daartoe aan dat met het voortbestaan van de OR de continuïteit van de medezeggenschap binnen A in gevaar komt.

 
>> Meer informatie over dit onderwerp vindt u in de Kennisbank Arbeidsrecht.

              Probeer de Kennisbank Arbeidsrecht nu 2 weken gratis uit!

 

Economische eenheid

Het hof baseert zijn oordeel op het arrest Oy Liikenne (inzake Finse bussen) van het Hof van Justitie. In dit arrest oordeelde het Hof van Justitie dat de richtlijn inzake overgang van onderneming niet van toepassing is bij aanbesteding van concessies voor de exploitaties van buslijnen indien de materiële activa, waaronder de bussen, niet mee overgaan naar de nieuwe onderneming. Juist deze materiële activa zijn kenmerkend voor de economische eenheid. In dit geval waren noch de bussen noch andere materiële activa overgegaan naar A. Het hof bekrachtigt het vonnis van de Rechtbank Leeuwarden en wijst de vorderingen van de OR af.

 

De richtlijn inzake overgang van onderneming is niet van toepassing bij een aanbesteding van concessies voor de exploitatie van buslijnen indien de materiële activa niet mee overgaan naar de nieuwe onderneming. Als er geen sprake is van overgang van onderneming houdt de OR op te bestaan.

 

Hof Leeuwarden, 25 augustus 2009, JAR 2009/234