In 2004 heeft de COR de bestuurder een notitie overhandigd waarin oplossingen worden aangedragen voor knelpunten die na een wijziging van de organisatiestructuur zijn blijven bestaan. In 2008 vraagt de bestuurder aan de centrale ondernemingsraad advies over een structuurwijziging en een wijziging van de bevoegdheden.

 

De COR brengt advies uit en verwijst naar de notitie uit 2004. De bestuurder neemt echter een van het advies afwijkend besluit. De centrale ondernemingsraad stapt daarop naar de Ondernemingskamer en stelt dat de adviesaanvraag onhelder was en anders had moeten worden ingericht.

 

Adviesaanvraag

De Ondernemingskamer oordeelt dat het aan de bestuurder is om te bepalen hoe een adviesaanvraag moet worden ingericht. Het staat de COR vrij om nadere informatie te vragen, maar die heeft dit nagelaten. De communicatie met de centrale ondernemingsraad muntte niet uit in helderheid, maar deze gebreken zijn niet dusdanig dat de ondernemer in redelijkheid niet tot het besluit had kunnen komen. De COR wordt in het ongelijk gesteld.

 

Ondernemingskamer 27 mei 2009, nr. 100 (rekestnr. 200.011.695 OK)

 

Tip: De Ondernemingskamer vindt dat de ondernemer de vrijheid heeft om zijn adviesaanvraag in te richten zoals hij dat wil. Ook heeft hij (tot op zekere hoogte) de vrijheid om zijn bedrijf te besturen en bepaalde beslissingen te nemen. Alleen als het besluit niet consistent, logisch en goed gemotiveerd is, kan de OR een beroep doen op de kennelijk onredelijkheid van het besluit.