Logo
  • Blog
  • 1 mei 2023

Mag je het loon stop zetten als werknemer niet ingaat op een beëindigingsvoorstel?

Als een werknemer ziek is heeft hij, gedurende maximaal 104 weken (bij een loonsanctie zelfs gedurende maximaal 156 weken), recht op loon tijdens ziekte. Dat recht heeft de werknemer niet als hij niet meewerkt aan door de bedrijfsarts gegeven adviezen. Deze regels gelden ook als sprake is van situatieve arbeidsongeschiktheid / een arbeidsconflict.

Als sprake is van een arbeidsconflict adviseert de bedrijfsarts regelmatig om met elkaar in gesprek te gaan, al dan niet begeleid door een mediator. Ik kom ook nog wel eens adviezen tegen waarin de bedrijfsarts partijen adviseert een beëindigingsovereenkomst met elkaar te sluiten. Mag de bedrijfsarts een dergelijk advies wel geven en zo ja, levert het weigeren van de werknemer om dit advies op te volgen dan grond op voor stopzetting van het loon? Die vraag beantwoordde de kantonrechter in onderstaande uitspraak.

Spoiler: nee, de werkgever mag het loon niet stop zetten als de werknemer niet ingaat op een beëindigingsvoorstel.

Loonstop ten onrechte toegepast

In de casus die tot onderstaande uitspraak leidde zette de werkgever de loonbetaling stop omdat werknemer niet akkoord ging met het voorstel van werkgever tot beëindiging van het dienstverband en de werknemer ook geen tegenvoorstel deed.

De rechter oordeelt hierover het volgende:

"In de wet is (limitatief) opgesomd in welke gevallen een werkgever een loonstop mag toepassen ten opzichte van een arbeidsongeschikte werknemer. Volgens [werkgever] heeft zij de loonstop terecht toegepast op grond van artikel 7:629 lid 3 in verbinding met sub b en sub d BW, omdat [werknemer] niet meewerkt aan adviezen van de bedrijfsarts en omdat dit zijn herstel belemmert. In artikel 7:629 lid 3 aanhef in verbinding met sub d BW staat – kort gezegd – dat een werknemer het recht op doorbetaling van zijn loon tijdens ziekte niet heeft in de periode dat hij zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan door de bedrijfsarts gegeven redelijke voorschriften die erop gericht zijn om de werknemer in staat te stellen passende arbeid te verrichten. Met deze voorschriften worden, anders dan [werkgever] kennelijk begrijpt, voorschriften of adviezen van de bedrijfsarts bedoeld die gericht zijn op re-integratie van een werknemer. Het advies om in onderling overleg tot een oplossing te komen, waar [werkgever] onder begrijpt ‘het in onderling overleg komen tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst’ valt daar niet onder. Het niet ingaan op een beëindigingsvoorstel van de werkgever betekent ook niet dat een werknemer daarmee zijn genezing belemmert of vertraagt, zoals bedoeld in artikel 7:629 aanhef en sub d BW.

De conclusie is dan ook dat [werkgever] de loonstop ten onrechte heeft toegepast."

ECLI:NL:RBROT:2023:3264

 

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.