Een werkneemster krijgt in 2009 een auto ter beschikking gesteld, die zij uitsluitend zakelijk gebruikt. De door werkgever aan haar ter beschikking gestelde auto is duurder dan de door de werkgever gehanteerde leasenorm. De duurdere auto was door de werkneemster gekozen en daarom is zij een eigen bijdrage aan haar werkgever verschuldigd.

Hof Arnhem

Volgens de leaseregeling ziet de eigen bijdrage van de werkneemster op het privégebruik van de auto. Die bedraagt in het jaar dat de auto ter beschikking wordt gesteld 5.724 euro. De werkgever heeft het bedrag verrekend met het nettosalaris van de werkneemster. De werkneemster heeft het bedrag van de eigen bijdrage in haar aangifte IB in mindering gebracht. Dit wordt door de inspecteur niet geaccepteerd, waarna hij de aanslag heeft gecorrigeerd. Vervolgens maakt de werkneemster bezwaar. Uiteindelijk komt het geschil bij Hof Arnhem.

Het hof oordeelt als volgt: het wettelijke systeem van de autokostenfictieregeling biedt de mogelijkheid een eigen bijdragen in aftrek te brengen als er ook een voordeel voor het privégebruik in aanmerking wordt genomen en stelt de inspecteur in het gelijk. Bij de werkneemster is immers geen voordeel (bijtelling) voor privégebruik in aanmerking genomen, aangezien zij niet in privé met de ter beschikking getelde auto heeft gereden.

Rapport Auto van de zaak

Dit rapport informeert u over alle aspecten met betrekking tot de (bestel)auto van de zaak. Aan de orde komen onder meer alle in 2014 geldende regels, voor zover in dit kader relevant. Meer informatie en downloaden