“Neem het onderscheid tussen introverte en extroverte mensen," legt Lector Facility Management Mark Mobach van de Hanzehogeschool Groningen uit. "De introverte mensen willen zich graag afsluiten, willen rust en willen dus een cellenkantoor. De extroverte mensen willen juist veel communiceren en hebben dus daarvoor plekken nodig. Het ontwerp moet dan dus zodanig zijn, dat aan beide behoeftes wordt voldaan en dat ze zo min mogelijk last van elkaar hebbben.”

In Engeland wordt momenteel onderzoek gedaan naar de invloed van al die open, flitsende, drukke en communicatieve kantoorconcepten op introverte mensen. Want juist introverte mensen gedijen beter in een rustige omgeving. Vanwege die diversiteit in karakters is diversiteit in kantoorwerkplekken zo belangrijk. Nu maken organisaties nog te vaak een blauwdruk en wie daar niet inpast moet zich maar aanpassen. Ze realiseren zich echter niet dat dit ten koste kan gaan van het functioneren van medewerkers.

Leg meer focus op cultuur

De vervolgvraag is echter nog interessanter, aldus Mobach: “Kiezen medewerkers wel het type werkplek dat ‘gezond’ voor hen is? Dat onderzoeken we momenteel.  Interessant aan die hele discussie van nieuwe werkvormen vind ik dat de focus op productiviteit ligt in plaats van op cultuur. 'Alles is nieuw, alles wordt anders,' hoor je dan wel, om vervolgens met een factor te gaan meten – arbeidsproductiviteit – uit de tijd van het Taylorisme en het Fordisme: de productie per arbeider per tijdseenheid.”

Volgens Mobach moet de nadruk meer op de cultuur komen te liggen. “Dat is belangrijk omdat wij nog te veel een imprint hebben wanneer iets werken genoemd mag worden. Zo kan het middenmanagement vaak moeilijk het principe ‘presence is working’ loslaten. Maar ook de medewerker heeft nog vaak een imprint van een arbeidsmoraal. Je mag wel verdringen in je privéleven, maar niet in je werk. Die laatste vrijheid ‘voel’ je vaak nog niet.”

Kijk naar feitelijk gedrag en gebruik

Daar komt bij dat in bepaalde sectoren de invloed van een kantooromgeving op prestaties lastig is te meten. Krijgt een R&D-medewerker in een nieuwe omgeving betere ideeën of komt dit door andere factoren? Mobach: “Het enige waarnaar je dan kunt kijken zijn procesindicatoren – structuur, proces, uitkomst.” Mobach pleit er daarom voor dat in de nieuwe arbeidscultuur de focus meer op uitkomst komt te liggen in plaats van op aanwezigheid. Het leidt echter wel tot nieuwe procesvragen, zoals de corporate identity. In hoeverre is het belangrijk dat de uitkomstgestuurde, tijd- en plaatsonafhankelijke medewerker zich toch onderdeel voelt van een organisatie? Waar zit zijn loyaliteit en hoe kun je die meten? Een vervolgvraag is dan in hoeverre verbondenheid en corporate identity leiden tot kwantitatief en kwalitatief betere uitkomsten.

Meningen zijn daarbij nog steeds relevant, maar doen er alleen toe volgens Mobach in verhouding tot feitelijk gedrag en gebruik. “Neem wachttijd. Die kan feitelijk vijf minuten zijn. Vervolgens is het interessant om te kijken hoe je de beleving kunt beïnvloeden met inrichting door bijvoorbeeld een leesmap, een tafel waaraan mensen kunnen zitten en de positionering van stoelen. Op die manier kun je ook naar medewerkers kijken: door hun feitelijk gedrag te observeren en de koppeling te leggen met hun functioneren. De facility manager moet het feitelijke gedrag en gebruik vergelijken met gepercipieerd gedrag en tevredenheid. Om vervolgens aan de hand van de uitkomsten de context – lees: de werkomgeving – zodanig in te richten dat medewerkers in hun kracht komen te staan.”

The Great Workplace to be

Hoe zorg je ervoor dat je een aantrekkelijke werkgever bent én blijft voor talenten? En wat betekent dit voor de werkomgeving op kantoor, thuis of op een third workplace? Het Marktevent 'The Great Workplace to be' geeft in één dag nieuwe inzichten, resultaten en innovaties om uw human capital optimaal te laten renderen. En Mark Mobach is een van de keynote speakers! Meer informatie en aanmelden