Logo
  • Nieuws
  • 9 december 2016
  • Bron: Ministerie van SZW

Gemiddelde ontslagvergoeding meer dan gehalveerd

De gemiddelde vergoeding die de rechter toekent bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst is meer dan gehalveerd. De gemiddelde transitievergoeding bedraagt circa 0,4 maandsalaris per dienstjaar, waar de ontslagvergoeding die de rechter voor de Wwz toekende gemiddeld 1,0 tot 1,4 maandsalaris per dienstjaar was. Dit meldt minister Asscher in zijn 3e brief aan de Tweede Kamer over de voortgang van de Wet werk en zekerheid (Wwz).

Beeld Gemiddelde ontslagvergoeding meer dan gehalveerd

Uit de jurisprudentie, en publicaties hierover, is bekend wat de ontwikkeling is van de vergoedingen die door de rechter worden toegekend bij ontslag aldus de minister. Ook is berekend dat wanneer bij de transitievergoeding door de rechter een billijke vergoeding wordt toegekend, de som daarvan lager is dan de vergoeding die de rechter in dat geval op basis van de kantonrechtersformule zou hebben toegekend. Het verschil bedraagt 43 procent. In deze vergelijking zijn zaken bekeken waarbij de rechter een transitievergoeding en billijke vergoeding heeft toegekend aldus Asscher. Vervolgens is berekend hoe hoog de vergoeding zou zijn geweest die de rechter voor de Wwz op basis van de kantonrechtersformule zou hebben toegekend. Daarbij is gerekend met een zogenoemde C-factor van 1,5. Dat betekent dat de werkgever een verwijt treft bij het ontslag, wat overeenkomst met het feit dat de rechter bij het toekennen van een billijke vergoeding heeft geoordeeld dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
Hieruit blijkt dat sprake is van een substantiële verlaging van de vergoedingen die de rechter toekent bij ontslag. Zoals met de wet beoogd aldus Asscher.

Geringe percentages ernstig verwijtbaar handelen

Verder meldt de minister dat uit onderzoek van de VAAN-VvA blijkt dat het aantal ontbindingszaken waarin de rechter heeft geconcludeerd dat een werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, en er dus naast de transitievergoeding een billijke vergoeding is toegekend, 6 procent bedraagt. Het aantal gevallen waarin geconcludeerd is dat een werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld bedraagt 9 procent.

Wederzijds goedvinden

Het grootste deel van de ontslagen op initiatief van de werkgever vindt plaats via wederzijds goedvinden. Werknemer en werkgever zijn in dat geval vrij in het bepalen van de hoogte van een eventuele vergoeding. De regeling van de transitievergoeding zal hierop uiteraard reflexwerking hebben aldus de minister. In een enquête onder met name arbeidsrechtadvocaten en rechtshulpverleners gaf 79 procent van de respondenten aan dat bij schikkingen in vergelijkbare gevallen een lagere vergoeding wordt overeengekomen dan vóór de Wwz en dat deze vergoeding veelal ligt tussen de transitievergoeding en de oude neutrale kantonrechtersformule (dat wil zeggen een C-factor van nul). De transitievergoeding blijkt daarmee volgens Asscher de norm te zijn van waaruit werkgever en werknemer onderhandelen over de hoogte van de vergoeding, waar eerst de start van de onderhandelingen de veel hogere norm van de kantonrechtersformule was.

Producttips