Logo
  • Nieuws
  • 16 oktober 2015
  • Lianne Bouman

Wijziging berekening transitievergoeding en voorverlenging

Als een werknemer (in totaal) 30 dagen of langer niet heeft gewerkt door verlof, staking of ziekte wordt de periode waarover een gemiddelde arbeidsduur wordt berekend met een kalendermaand voorverlengd. Dat blijkt uit een wijziging in de Regeling looncomponenten die in de Staatscourant is gepubliceerd.

Beeld Wijziging berekening transitievergoeding en voorverlenging

Het betreft een technische aanpassing in de Regeling looncomponenten en arbeidsduur waarbij het begrip ‘kalendermaand’ wordt vervangen door ‘30 dagen’. Voorverlenging met nog een kalendermaand is dus aan de orde als nog een periode van 30 dagen van afwezigheid zich voordoet.

Reden vervanging begrip maand

Onder 'maand' wordt verstaan kalendermaand. Dit begrip is onvoldoende duidelijk, nu een kalendermaand zowel een periode van 28, 29, 30 of 31 dagen kan inhouden. Vandaar dat in onderhavige regeling in artikel 2, tweede lid, van de regeling 'een maand' wordt vervangen door 30 dagen. Tevens is verduidelijkt dat het gaat om het totaal van de perioden waarin de werknemer niet werkte wegens ziekte, staking of verlof. Deze perioden worden samengeteld.

Uit het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding volgt dat het loon de basis voor de berekening van genoemde vergoedingen vormt. Dit wordt berekend door het bruto uurloon te vermenigvuldigen met de overeengekomen arbeidsduur per maand en als de arbeidsduur niet vaststaat dan wordt het loon berekend over de gemiddelde arbeidsduur in de twaalf maanden voorafgaand aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst eindigt.

Voorverlenging

De Regeling looncomponenten en arbeidsduur voorziet er onder meer in dat voor de berekening van de gemiddelde arbeidsduur perioden van verlof, staking of ziekte buiten beschouwing worden gelaten. Als dergelijke perioden optellen tot een maand of langer, dient voorverlenging plaats te vinden van de hiervoor genoemde periode van twaalf maanden.

Voorbeeld

Een werknemer heeft een oproepcontract van twee jaar dat eindigt op 31 december 2015. Zijn arbeidsovereenkomst wordt op initiatief van de werkgever niet verlengd waardoor hij recht krijgt op een transitievergoeding. Op grond van artikel 2, lid 1 onderdeel a, van het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding, moet de gemiddelde arbeidsduur worden berekend over de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015. Als de perioden van verlof, staking en ziekte samen 30 dagen of langer zijn, moet voorverlenging plaatsvinden. In deze periode is hij 30 dagen ziek geweest en heeft hij 21 dagen verlof (3 weken vakantie) genoten. Nu deze periode van ziekte en verlof in totaal 51 dagen bedraagt, moet voorverlenging plaatsvinden met in dit geval één kalendermaand. Dit betreft de maand december van 2014 (de kalendermaand direct voorafgaand aan 1 januari 2015). De maand november 2014 blijft buiten beschouwing, omdat het resterende aantal dagen 21 bedraagt.

Transitievergoeding: het loonbegrip


 

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.