Hierbij wordt direct door de Haagse rechters de hoogte van de aangeboden vergoeding bekeken. Is die minder dan 70 procent van de kantonrechtersformule, dan is het ontslag kennelijk onredelijk. Andere gerechtshoven vinden dat de kantonrechtersformule alleen bedoeld is voor de ontbindingsprocedure. Gevolg: de vergoedingen bij kennelijk onredelijk ontslag liggen elders in Nederland veel lager.

 

Haagse hoofdregel
In een ontbindingsprocedure wegens bedrijfseconomische omstandigheden is een vergoeding van C = 1 uitgangspunt aldus het gerechtshof. In deze zaak treft de werkgever verwijt omdat hij bij het bedrijfseconomisch ontslag niet zorgvuldig met de belangen van de werknemer is omgesprongen, zodat C op 1,2 wordt gesteld. De werkgever had geen vergoeding aangeboden; ook niet op 70 procent van de kantonrechtersformule. Het ontslag is kennelijk onredelijk, zodat met toepassing van de Haagse hoofdregel de vergoeding 70 procent van C = 1,2 wordt. Daarop wordt nog een korting toegepast omdat het Gerechtshof rekening houdt met het verweer van de werkgever dat de financiële situatie zeer nijpend is (habe-wenig-verweer).

 

In de regio Den Haag zijn werknemers bij een kennelijk onredelijk ontslag het beste af. Daar maakt het niet minstens aanbieden van 70 procent van de kantonrechtersformule, het ontslag kennelijk onredelijk. Is er minder aangeboden, dan moet de werkgever het verschil bijpassen. Werkgevers in de regio Den Haag weten waar ze aan toe zijn!