Nederlanders, Duitsers en Belgen werken bij voorkeur op gestructureerde wijze samen. Zij prefereren een speciale overlegruimte boven een work bench en de samenwerking dient bij voorkeur geformaliseerd en gestructureerd te verlopen. Amerikanen en Engelsen daarentegen zien samenwerking als een informeel en iteratief proces dat altijd, overal en onder alle omstandigheden kan plaatsvinden.