'Het Nieuwe Werken is echt verschrikkelijk'
Hoe kun je mensen met autisme goed huisvesten in een kantooromgeving? En wat is daarbij de rol van FM en HR? Over het eerste schreef Kwame Osei een prijswinnende scriptie(1), waarin hij een werkplekbehoeftemodel ontwikkelde, dat facility managers kan helpen bij het huisvesten van mensen met autisme. Leontien Guldenaar geeft lezingen over autisme, waarin ze naast de werkomgeving ook aandacht besteedt aan het HR-aspect.
Foto: Deze werkplek is geschikt voor een medewerker met autisme: het is een vaste werkplek, met eigen stoel en bureau. Door het raam schijnt voldoende daglicht naar binnen. Het scherm tussen de twee werkplekken is van akoestisch materiaal en op de ramen naar de gang is folie aangebracht, hierdoor wordt de medewerker niet gestoord door mensen die voorbij lopen. De andere werkplek in de ruimte kan gebruikt worden door een werkbuddy die de medewerker met autisme begeleid en fungeert als één aanspreekpunt voor de leidinggevende.
Dat aan dergelijke modellen behoefte is, blijkt wel uit cijfers van de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA). In Nederland zijn meer dan 190.000 mensen gediagnosticeerd met een vorm van autisme. Van hen heeft slechts 18 procent een reguliere baan. Bovendien heeft meer dan driekwart van de mensen met autisme moeite met het vinden of het behouden van een baan. Om de behoeftes van kantoorgebruikers met autisme te begrijpen en om een beeld te krijgen hoe ze het beste kunnen werken in een kantooromgeving, deed Osei allereerst literatuuronderzoek naar autisme. Hij keek daarvoor naar gedrag in gebouwen en naar verschillende kantoorconcepten. Vervolgens interviewde hij mensen met autisme (waaronder Leontien), maar ook deskundigen, facility managers, een bedrijfsarts en andere professionals en observeerde hij kantoorwerkplekken. Hij kwam er achter dat nog weinig facility managers zich bewust zijn van de problemen die mensen met autisme in een werkomgeving ervaren. “Toch begint het er wel mee, dat facility managers proberen met de ogen van deze specifieke eindgebruikers – mensen met autisme – naar een kantoorwerkplek te kijken.”