Logo
  • Nieuws
  • 7 juni 2013
  • Lianne Bouman

Bijna einde houdbaarheid vakantiedagen 2012

Op 1 juli 2013 vervallen de wettelijke vakantiedagen uit 2012 die niet door uw werknemers zijn opgesoupeerd. Dit is het gevolg van de nieuwe vakantiewetgeving die op 1 januari 2012 van kracht is geworden.

Beeld Bijna einde houdbaarheid vakantiedagen 2012

De nieuwe vakantiewetgeving impliceert twee grote veranderingen:

  • Met ingang van 1 januari 2012 bouwt een arbeidsongeschikte werknemer ook volledig zijn wettelijke vakantiedagen op, in tegenstelling tot de ‘oude’ situatie, waarin hij slechts over de laatste zes maanden van zijn arbeidsongeschiktheid vakantiedagen opbouwt.
  • De tweede verandering is de invoering van de vervaltermijn van de wettelijke vakantiedagen van zes maanden na het kalenderjaar, waarin zij zijn opgebouwd.

(Boven)wettelijke vakantiedagen

De wet maakt onderscheid tussen de ’wettelijke vakantiedagen’ (minimaal 20) en ‘bovenwettelijke vakantiedagen’. Het minimum aantal wettelijke vakantiedagen bedraagt de wekelijkse arbeidsduur vermenigvuldigd met vier. Een werknemer die 40 uur werkt, heeft dus recht op (4x40=) 160 vakantie-uren (= 20 vakantiedagen). Het meerdere boven deze 20 vakantiedagen worden de bovenwettelijke vakantiedagen genoemd. Als een werknemer bijvoorbeeld 25 vakantiedagen per jaar opbouwt, zijn vijf daarvan dus bovenwettelijke vakantiedagen.

Opbouwjaar

De nieuwe wet regelt onder meer dat werknemers hun wettelijke vakantiedagen binnen anderhalf jaar moeten opnemen. Anders gezegd, de werknemers moeten hun wettelijke vakantiedagen in het opbouwjaar zelf of binnen een half jaar na het einde van dat kalenderjaar opnemen, anders vervallen deze wettelijke vakantiedagen. Wettelijke vakantiedagen die de werknemers in 2012 opbouwen, moeten zij dus opnemen voor 1 juli 2013. Deze vervaltermijn voor de wettelijke vakantiedagen geldt overigens ook voor arbeidsongeschikte werknemers.

Let op

Voor de bovenwettelijke vakantiedagen blijft een verjaringstermijn van vijf jaar, na afloop van het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd, van toepassing.

Vervallen en verjaren

De vervaltermijn is alleen van toepassing op wettelijke vakantiedagen, die na invoering van het wetsvoorstel zijn opgebouwd. Deze dagen zouden door de vervaltermijn eerder komen te vervallen dan de ‘oude’ vakantiedagen (opgebouwd tot 31 december 2011) waarvoor dus nog een verjaringstermijn van vijf jaar geldt. Dit wordt onwenselijk geacht. Vandaar dat vanaf 1 januari 2012 geldt, dat eerst de vakantiedagen moeten worden opgenomen waarvoor de vervaltermijn van zes maanden geldt (aangezien deze per 1 juli 2013 vervallen). Vervolgens worden vakantiedagen vanuit het per 31 december 2011 bestaande saldo afgebouwd (aangezien deze per 1 januari 2017 vervallen). Daarna worden de in 2012 toegekende bovenwettelijke vakantiedagen afgebouwd (aangezien deze per 1 januari 2018 vervallen).

Vakantieadministratie

Vanwege het onderscheid tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen en het onderscheid tussen de oude en nieuwe vakantiewetgeving, is het voeren van een deugdelijke vakantiedagenadministratie een ‘must’.

Tip

Maak in uw vakantieadministratie onderscheid tussen het opnemen van wettelijke minimum vakantiedagen (met een verval- of verjaringstermijn) en het opnemen van bovenwettelijke vakantiedagen (met verjaringstermijn).

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.