Logo
  • Blog
  • 7 augustus 2013

Nieuwe regels voor tewerkstellingsvergunning

De Wet arbeid vreemdelingen (WAV) verbiedt het laten verrichten van arbeid in Nederland door een vreemdeling die niet over een tewerkstellingsvergunning beschikt, op straffen van een boete van € 12.000 per illegaal werkende werknemer.

Maar wanneer is er nu precies sprake van een vreemdeling? Een vreemdeling in de zin van de WAV is  een onderdaan van een land dat niet tot de Europese Unie behoort. De werkgever heeft een eigen onderzoeksplicht. Het niet beschikken over de vereiste tewerkstellingsvergunning komt voor rekening en risico van de werkgever.  De WAV kent een ruim werkgeversbegrip. Dit betekent dat bij meerdere werkgevers in een keten, elke werkgever individueel aansprakelijk is en dus een boete opgelegd kan krijgen bij een en dezelfde overtreding van de WAV. Dit kan aardig in de papieren lopen.  Niet van belang is  wie de werknemer feitelijk te werk stelt. Iedereen die een vreemdeling arbeid laat verrichten wordt aangemerkt als een vergunningsplichtige werkgever.  Ook als niet alle werkgevers in de keten weet hebben van dan wel instemmen met de arbeid door de vreemdeling, betekent dit niet dat zij geen boete opgelegd kunnen krijgen.  Het feit dat meerdere ‘WAV-werkgevers’ mogelijk zijn, betekent echter niet dat zij ook allemaal over een tewerkstellingsvergunning dienen te beschikken. Het volstaat als slechts één werkgever in de keten een tewerkstellingsvergunning heeft.


Boetes worden opgelegd door de Inspectie SZW, de instantie die belast is met de handhaving van de WAV. Niet elke overtreding van de verplichting tot het hebben van een tewerkstellingsvergunning wordt direct beboet.  Is er geen sprake van verwijtbaarheid aan de kant van de werkgever, dan mag de inspectie SZW geen boete opleggen.  De  ‘WAV-werkgever’ moet zich  zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, bij aanvang en bij de uitvoering van de arbeid, inspannen om overtredingen van de WAV te voorkomen. Deze inspanningsverplichting kan, afhankelijk van de aard van de inspanningen, leiden tot voorkoming of zelfs tot het op nihil stellen dan wel matigen van de boete.


Tip!

Vraag de werknemer om een identiteitsbewijs en controleer dit. Vraag of de werknemer gerechtigd is arbeid in Nederland te verrichten.  Check of het ID-bewijs daadwerkelijk aan hem of haar toebehoort en maak een kopie voor de eigen administratie.


Prioriteitgenietend personeel
 

De werkgever moet proberen eerst zijn vacature met zogenaamd prioriteitgenietend personeel te vervullen. Pas als dat geen effect heeft, kan hij pas een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning indienen. Onder prioriteitgenietend personeel wordt verstaan personeel waarvoor geen tewerkstellingsvergunning is vereist dus personeel uit een EU-land of een land behorende tot de Europese Economische Ruimte. Het UWV is aangesloten bij EURES, de European Employment Service. Dit is  een internationaal netwerk voor arbeidsbemiddeling wat toegang biedt tot gekwalificeerde medewerkers in heel Europa. De werkgever dient aan te tonen dat hij actief heeft gezocht naar een geschikte kandidaat voor de vacature uit de doelgroep van het prioriteit genietend personeel. Dit kan onder meer aan de hand van:
• de EURES-vacaturemelding;
• het plaatsen van advertenties in landelijke / lokale dag- en weekbladen;
• het inschakelen van uitzend- / wervings- en selectiebureaus en andere bemiddelingsinstanties;
• het benutten van interne of externe scholingsmogelijkheden.

Kan een prioriteitgenietende sollicitant binnen een redelijke termijn aan de functie-eisen voldoen,  dan wordt deze kandidaat als een passende kandidaat beschouwd. De vacature moet minimaal vijf weken voor de tewerkstellingsvergunningaanvraag, ter bemiddeling worden aangemeld bij het lokale UWV, zodat eerst binnen Nederland en de overige landen van de EER een geschikte kandidaat gezocht kan worden. De EURES-vacaturemelding geldt niet bij scholing en stage. De werkgever die een tewerkstellingsvergunning aanvraagt is verplicht zich ten opzichte van de buitenlandse arbeidskracht te houden aan de geldende arbeidsvoorwaarden. De vreemdelingen mogen niet jonger zijn dan 18 jaar en niet ouder dan 45 jaar en zij dienen te beschikken over een geldige verblijfsvergunning. Een tewerkstellingsvergunning wordt voor ten hoogste drie jaar verleend. De tewerkstellingsvergunning geldt voor:
− de werkgever die de vergunning aanvraagt;
− de werknemer voor wie de vergunning is aangevraagd;
− het werk waarvoor de vergunning is aangevraagd.

EU-landen vanaf 1 juli 2013:
België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk en Zweden.
EER-landen:
Europese Unie plus IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.
Voor medewerkers uit Zwitserland is ook geen tewerkstellingsvergunning nodig.

Procesgang UWV bij aanvraag tewerkstellingsvergunning


Het bureau tewerkstellingsvergunningen/Arbeidsjuridische dienstverlening van het UWV (Postbus 16140, 2500 BC  DEN HAAG) geeft op aanvraag een tewerkstellingsvergunning af. Er is een Digitaal Loket Arbeidsmigratie UWV/IND dat onderdeel uitmaakt van de Klantdienstwijzer:  www.arbeidsmigratie.nl. Hier is voor een werkgever informatie over de  vergunningen (tewerkstellingsvergunning, verblijfsvergunning, machtiging voorlopig verblijf) die hij nodig heeft als hij een werknemer in Nederland wil laten werken. Op de website kan ook het juiste formulier worden gedownload en ingevuld.


Het UWV voert een ‘arbeidsmarkttoets’ uit bij het beoordelen van een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning. Deze arbeidsmarkttoets kan achterwege blijven bij vreemdelingen die hun hoofdverblijf niet in Nederland hebben en die incidenteel arbeid verrichten. Denk aan een buitenlandse afnemer die voorafgaand aan de levering goederen laat controleren door eigen buitenlandse medewerkers of aan de situatie dat specifieke kennis of ervaring aan de afnemer moet worden overgedragen om met het geleverde goed te kunnen werken. Dit neemt niet weg dat ook zonder deze arbeidsmarkttoets voor ondernemers die veel werken met buitenlandse klanten en leveranciers de tewerkstellingsvergunningplicht een (zware) administratieve belasting vormt.


Omdat er in deze gevallen geen sprake is van verdringing van Nederlandse arbeidskrachten en de buitenlandse handel een belangrijke drijfveer is voor de Nederlandse economie, is er vanaf 1 juli 2013 een ‘pilot kennisindustrie’ van kracht die het mogelijk maakt dat bedrijven voor dit type werkzaamheden worden vrijgesteld van de tewerkstellingsvergunningplicht. De pilot heeft een looptijd van twee jaar.


Gedurende de looptijd van deze pilot kunnen Nederlandse leveranciers vreemdelingen in dienst van buitenlandse afnemers voor naar hun aard tijdelijke werkzaamheden naar Nederland laten komen zonder tewerkstellingsvergunning. Het kan dan gaan om de inspectie van een goed door een buitenlandse afnemer of het instrueren van een buitenlandse afnemer in het gebruik van het te leveren product. Vreemdelingen die voor dit doel in Nederland werkzaamheden verrichten, moeten wel twee dagen voor aanvang van de werkzaamheden worden aangemeld bij het UWV via een speciaal meldingsformulier dat is te downloaden op de website van www.werk.nl.


De Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2013 zijn aangepast, zodat ondernemers die vrijgesteld zijn van de tewerkstellingsvergunningplicht, maar verzuimd hebben de betreffende vreemdelingen te melden, hiervoor beboet kunnen worden. De verplichting voor vreemdelingen in het bezit te zijn van een geldige verblijfstitel blijft van kracht.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.