Met name de definitie van gezagsverhouding roept vragen op stelt de HR-dienstverlener. Dit criterium, dat mede bepaalt of een opdrachtnemer zzp’er of werknemer is, is nog erg onduidelijk en voor veel interpretaties vatbaar. “De scheidslijn tussen wel of geen gezagsverhouding is erg dun: wanneer telt iets als instructie van de opdracht en wanneer als instructie over hoe de opdracht moet worden uitgevoerd? Die onduidelijkheid is het grootste probleem”, stelt Paul den Ronden, directeur van Tentoo.

Gezagsverhoudingcriterium

Er zijn daarbij ook praktische bezwaren tegen het gezagsverhoudingcriterium, vertelt Maria Lewanski, directeur van de muziekacademie in Den Haag. “Denk aan orkesten. Als je in een orkest speelt, dan moet je onderdanig zijn aan de dirigent en elke aanwijzing opvolgen. Kun je daardoor niet meer als zzp’er in een orkest met dirigent spelen?” aldus Lewanski.

Grote onduidelijkheid

Lewanski maakt zich er daarnaast ook zorgen over dat de bewijslast voor het zzp-schap bij de opdrachtgever komt te liggen: “Moet ik echt harde bewijzen hebben dat een zelfstandige drie opdrachtgevers heeft? En wat als dat aantal van drie opdrachtgevers gedurende het jaar verandert? De belastingdienst kan aan het einde van het jaar oordelen dat wij 32 procent premie moeten betalen over het loon van een muziekdocent, dus vraag ik me af hoe we dit risico kunnen voorkomen. Moeten wij in de praktijk alle andere werkzaamheden van zzp’ers bijhouden?" De nieuwe wetgeving zorgt voor veel onzekerheid bij opdrachtgevers.

Ondernemerschap mogelijk maken

“De onzekerheid die ontstaat door het invoeren van modelcontracten heeft vergaande gevolgen voor werkgevers”, stelt Den Ronden. “We zien het dan ook als onze opdracht om werkgevers hierin zo goed mogelijk te begeleiden. Uiteindelijk streven we ernaar om ondernemers, zoals Maria Lewanski, zorgeloos te laten ondernemen.”