Van alle softwaredevelopers werkt slechts 25 procent voor een softwarebedrijf. In de Verenigde Staten is dat zelfs maar 7 procent. Het zegt iets over de over het huidige arbeidsklimaat, vindt D’Arcy. Volgens hem ontstaat er een twee-splitsing op de banenmarkt. “Aan de ene kant heb je de vacatures voor hoogopgeleid IT-personeel met vaardigheden die aansluiten op de 21e eeuw. Daar zitten de meeste banen. En aan de andere kant heb je alle andere vacatures.”
D’Arcy: “De war for talent verandert. Elk bedrijf is nu een tech-bedrijf, en het wordt daardoor steeds moelijker om geschikt technisch personeel te vinden. Dat zorgt ervoor dat bedrijven anders moeten denken. Zich op andere plaatsen moeten vestigen. Vroeger vond je bedrijven dicht bij de bron van grondstoffen. Aan het water, vlak bij mijnen of waar de grond vruchtbaar is. Nu gaan de bedrijven daar zitten waar het talent zich bevindt. Op die plaatsen ontstaan de belangrijkste steden van de toekomst.”

Internationaal talent naar Amsterdam

Als voorbeeld noemt hij Silicon Valley, maar ook Amsterdam doet het volgens D’Arcy erg goed. “Amsterdam is qua bruto lokaal product de 232e stad ter wereld, maar staat op plaats zestien van aantrekkelijkste steden om te wonen en trekt daarom veel internationaal talent aan. Tegelijkertijd is er maar weinig talent dat wegtrekt uit Nederland.”
Goed nieuws voor recruiters die moeite hebben om vacatures voor software-developers te vervullen. Alhoewel, het betekent natuurlijk ook dat zij meer concurrentie krijgen van de tech-bedrijven die het talent in hun kielzog meenemen. Al die toegenomen bedrijvigheid zorgt bovendien weer voor extra werkgelegenheid in andere sectoren, die ook weer moeten worden ingevuld. “Kijk maar naar Silicon Valley, daar is om de IT-industrie heen een hele economie ontstaan voor andere soorten banen. Het blijft voor ondernemingen die talent willen aantrekken dan ook belangrijk om zich te onderscheiden van de rest. Zowel voor het aantrekken van IT- als overig personeel”, aldus D’Arcy.

Parttime werken

Er zijn volgens hem verschillende manieren om dat te doen, te beginnen bij het salaris. “Een onderwerp dat vaak genegeerd wordt in de discussie over het aantrekken van talent. Maar mensen werken in eerste instantie om te overleven. Ze moeten boodschappen doen, een hypotheek aflossen, rekeningen betalen. Voldoening uit het werk komt pas op de tweede plaats. Hoe meer loon je mensen biedt, hoe beter je kans om iemand aan te nemen. Zo simpel is het.”
Dat betekent natuurlijk niet dat de rest niet belangrijk is, nuanceert D’Arcy. “Behalve salaris zijn er nog veel meer zaken die een werkgever aantrekkelijk maken voor talent. Flexibiliteit is erg belangrijk. Denk aan de mogelijkheid om in deeltijd te werken, om zelf je werktijden in te delen of te bepalen wáár je werkt. Ook hier heeft Nederland een streepje voor omdat parttime werken cultureel gezien erg geaccepteerd is. Nederlandse bedrijven moeten daar meer gebruik van maken, en talent ook actief buiten de landsgrenzen recruiten als het aanbod op lokaal niveau niet toereikend is.”

Personeel zelf opleiden

D’Arcy wijst daarnaast op een andere manier om het tekort aan talenten als bedrijf op te vangen. “Bedrijven kunnen zelf ook mensen opleiden. Je kunt het ontwikkelen van software, bijvoorbeeld, prima op een andere manier leren dan op school. Sterker nog, de meeste programmeurs hebben hun vaardigheden niet op school geleerd, maar deden dat autodidact. Je ziet dan ook steeds vaker dat werkgevers hun medewerkers selecteren op competenties die belangrijk zijn voor de functie in plaats van hard skills, en ze daarna omscholen.”
Het vinden en binnenhalen van geschikt personeel is echter nog maar een deel van het hele eiereneten. D’Arcy: “Werkgevers moeten er meer aan doen om hun werknemers aan het bedrijf te binden en ze te inspireren. Acht van de tien mensen zijn namelijk altijd op zoek naar een nieuwe baan.”

Zoeken naar een baan veel makkelijker

En dat komt niet per definitie voort uit onvrede over hun huidige werk, legt D’Arcy uit. “Al moet je die invloed niet helemaal uitvlakken. Onvrede over de huidige baan is een zeer sterke motivator om actief op zoek te gaan naar iets nieuws. Denk aan een project dat niet loopt, of een manager die in hun nek hijgt. Maar zelfs als ze het prima naar hun zin hebben bij een werkgever, houden ze hun oren en ogen open voor als er iets leuks voorbijkomt.”
“Dat komt omdat het zoeken naar ander werk veel makkelijker is dan vroeger”, vervolgt D’Arcy. “Tegenwoordig zoeken kandidaten passief naar een nieuwe baan. Denk aan job alerts die in hun inbox belanden. Maar ook de opkomst van mobile speelt hierin een belangrijke rol. Als datagedreven organisatie, zien wij bij Indeed dat meer dan de helft van alle traffic afkomstig is van mobiele devices. Waar iemand vroeger echt de tijd moest nemen om te jobhunten, kan dat nu gewoon terwijl hij op de trein wacht. Zorg daarom altijd voor een gebruiksvriendelijk online sollicitatieproces.”