Wanneer het totale bedrag van de inhuur hoger is dan 1,2 procent van de totale loonsom van het bedrijf, moet de werkgever belasting betalen en niet de werknemer.

Auto van de zaak

Wanneer een werknemer een auto van de zaak krijgt, mag de werkgever belastingvrij de kosten voor een parkeerplek bij de zaak of voor onderweg vergoeden. In de WKR mag dit nu ook voor een parkeerplek bij de woning voor de auto van de zaak. Een parkeerplek bij de eigen woning voor de auto van de zaak is alleen onbelast wanneer deze plek uitsluitend voor deze ene auto is (bijvoorbeeld een parkeervergunning op kenteken of een exclusieve plaats in een garage).

Eigen auto werknemer

Voor een privéauto van een werknemer geldt in de oude regelgeving een belastingvrije vergoeding van € 0,19 per kilometer voor alle kosten, dus ook voor kosten van gehuurde parkeerplekken bij het werk. In de WKR is dit anders; alleen parkeerplaatsen op het terrein waarvoor de werkgever volgens de Arbowet verantwoordelijk is, zoals een eigen parkeerterrein, zijn belastingvrij.

Huurt de werkgever voor zijn werknemers met een eigen auto plekken in een parkeergarage of op straat, dan is in dit loon in de zin van de WKR en dus niet meer belastingvrij. Wel kan de werkgever ervoor kiezen deze kosten in de vrije ruimte van de WKR (2015: 1,2 procent van de totale fiscale loonsom) onder te brengen. Onderbrengen in de vrije ruimte betekent dat de werkgever alsnog geen belasting over de kosten voor de parkeerplekken hoeft te betalen. Tenzij daarvoor niet genoeg vrije ruimte is. Dan moet de werkgever belasting betalen.

Niet in goede aarde

CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt is niet blij met de nieuwe regeling. Volgens hem kan de belasting die de werkgever over parkeerruimte moet betalen ten koste gaan van andere zaken die onder de WKR vallen, zoals een kerstpakket en een personeelsuitje. Omtzigt gaat er nog vragen over stellen aan staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën.