Op 1 januari 2013 werd de werkbonus voor werknemers van 61 tot en met 64 jaar ingevoerd om langer doorwerken te stimuleren, nodig omdat de beroepsbevolking krimpt en om de AOW betaalbaar te houden.

In het Begrotingsakkoord tussen D66, ChristenUnie SGP en de coalitiepartijen is in oktober 2013 afgesproken dat de werkbonus voor werkenden van 61 tot 64 jaar vervalt vanaf 1 januari 2015. Vanaf 2018 vervalt de werkbonus geheel en bestaat de heffingskorting dus niet meer. Afgelopen Prinsjesdag werd dit nog eens bevestigd.

Loonbelasting

Oudere werknemers ontvangen per januari 2014 hun werkbonus via hun maandelijkse loonstrookje. Hiermee hoeven zij niet achteraf de extra heffingskorting via de inkomstenbelasting te claimen. Doordat de werkbonus per 1 januari 2014 onder de loonbelasting is ondergebracht, heeft de werkgever de verantwoordelijkheid om de bonus maandelijks toe te passen via de loonstrookjes van zijn oudere werknemers. Daarvoor was het de taak van de werknemer zelf om de extra heffingskorting per jaar bij de inkomstenbelasting te claimen of maandelijks bij de Belastingdienst.

Werkbonus in 2014

• Is de werknemer op 31-12-2013 60, 61, 62 of 63 jaar, dan kwalificeert hij voor 2014 voor de werkbonus.
• Als de werknemer op 1-1-2014 60 jaar wordt, kwalificeert hij voor 2014 niet voor de werkbonus.
• Als de werknemer op 1-1-2014 64 jaar wordt, was hij op 31-12-2013 nog 63 jaar en kwalificeert hij voor 2014 nog voor de werkbonus.

De werknemer moet wel een redelijk inkomen hebben om de werkbonus te krijgen:

• De werkbonus bedraagt 0 euro bij een inkomen lager dan 17.327.
• De werkbonus bedraagt 0 euro bij een inkomen hoger 33.694 euro.
• De maximale bonus wordt ontvangen bij een inkomen tussen 19.252 euro en 23.104 euro.
• De werknemer is geboren in 1950, 1951, 1952 of 1953.
• Boven een loon van 23.104 euro vindt er een afbouw met ruim 10 procent plaats ten opzichte van de 1.100 euro.