Logo
  • Nieuws
  • 16 april 2013
  • mr Ireen Castenmiller-van Hoorn BarentsKrans Advocaten

Opdrachtovereenkomst en toch opzeggen via UWV?

Een jurist krijgt na enkele maanden werkzaamheden te hebben verricht bij een juristenkantoor, niet langer betaald en stopt per direct. Het juristenkantoor beëindigd hierop de samenwerking. De jurist stelt dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst, het kantoor zegt dat het gaat om een opdrachtovereenkomst en dat deze dus rechtsgeldig is beëindigd. Kan de jurist nog loon vorderen en zich beschikbaar stellen voor werkzaamheden of heeft het kantoor gelijk en is de overeenkomst goed afgerond?

In kort geding oordeelt de voorzieningenrechter dat voor de kwalificatie van de samenwerking in algemene zin gekeken moet worden naar de bedoeling van partijen en de wijze waarop zij feitelijk uitvoering hebben gegeven aan de afspraken. Gelet op onder meer e-mails waarin de jurist de woorden 'opdrachtnemer' en 'opdracht' gebruikt en de omstandigheden dat er nooit loonstroken of –specificaties zijn verstrekt en er nooit loonbelasting en premies zijn afgedragen, neemt hij aan dat partijen een opdrachtovereenkomst hebben gesloten. Dit neemt niet weg dat, ook al is er sprake van een opdrachtovereenkomst, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) van toepassing kan zijn.

Arbeidsverhouding in de zin van het BBA


Volgens de voorzieningenrechter is er sprake van een arbeidsverhouding in de zin van het BBA omdat de jurist de werkzaamheden persoonlijk moest verrichten en hij geen andere opdrachtgevers heeft gehad. Bovendien liet hij zich niet door anderen bijstaan en was de verrichte arbeid voor hem niet slechts een bijkomstige werkzaamheid. Zijn inkomsten diende hij in overwegende mate te genereren uit zijn werkzaamheden ten behoeve van het juristenkantoor. Omdat er een dringende reden voor opzegging met onmiddellijke ingang ontbreekt, is voor de opzegging van de opdrachtovereenkomst dus toestemming van UWV WERKbedrijf nodig. De ontslagvergunning ontbreekt, hierdoor is de vordering van de jurist tot (door)betaling van zijn beloning toewijsbaar. Omdat er geen sprake is van loon in de zin van 7:610 BW, wijst de voorzieningenrechter de vordering tot betaling van vakantiegeld en wettelijke verhoging af.

Rechtbank Amsterdam, 14 maart 2013, LJN: BZ4317

Tip:


Vaak bestaat het misverstand dat een opdrachtovereenkomst, in tegenstelling tot een arbeidsovereenkomst, altijd eenvoudig beëindigd kan worden. Houd er echter rekening mee dat in sommige gevallen het BBA van toepassing is, zodat voor de opzegging van een opdrachtovereenkomst (toch) toestemming van UWV WERKbedrijf nodig is.

Meer over dit onderwerp vindt u op HR Prakijk Premium:

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.